Les objectifs pour aujourd'hui :- Jij kan jezelf voorstellen;
- Jij kunt weten of een land vrouwelijk, mannelijk of meervoud is;
- Jij kan het juiste voorzetsel voor een land gebruiken;
- Jij kan zeggen waar ben jij geweest;
- Jij kan zeggen wat jij in de vakantie heb gedaan;
- Jij herkent woorden over het thema "reizen"(voyager).