Les Bloed-lymfe-botten

Les Bloed-lymfe-botten
1 / 25
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Les Bloed-lymfe-botten

Slide 1 - Slide

1. Wat voor soort bot is het dijbeen?
A
Kootje
B
Pijpbeender
C
Platte been
D
Onregelmatig been

Slide 2 - Quiz

2. Wat is de functie van rood beenmerg
A
Maakt geel beenmerg aan
B
Maakt bloedcellen aan
C
Slaat vet op
D
Geleid bloed door de botten heen

Slide 3 - Quiz

3. Wat is de functie van de lymfeknopen (lymfeklieren)?
A
Halen voedingsstoffen uit lymfe
B
Zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers
C
Halen zuurstof uit lymfe
D
Maakt witte bloedcellen aan

Slide 4 - Quiz

4. Hoe wordt de buitenkant van het bot genoemd?
A
Compact been
B
Mergholte
C
Sponsachtig been
D
Bindvlies

Slide 5 - Quiz

5. Wat is de grootste lymfebuis?
A
Borstbuis
B
Halsbuis
C
Maagbuis
D
Okselbuis

Slide 6 - Quiz

6. Tot de onregelmatig gevormde beenderen hoort:
A
Hand- en voetwortelbeentjes
B
Ribben
C
Scheenbeen
D
Beenderen in de schedel

Slide 7 - Quiz

7. De longslagader vervoert....
A
Zuurstofarm bloed
B
Zuurstofrijk bloed
C
Bloed vol nuttige stoffen

Slide 8 - Quiz

8. Dit been noemen we...................
A
Dijbeen
B
Scheenbeen
C
Kuitbeen
D
Spaakbeen

Slide 9 - Quiz

9. Wat is geen functie van de milt
A
Filteren van bloed
B
Opvangen oude rode bloedcellen
C
Bloedreservoir
D
Aanmaken van rode bloedcellen

Slide 10 - Quiz

10. Wat zijn extremiteiten?
A
De armen
B
De benen
C
De armen en benen
D
Het hoofd

Slide 11 - Quiz

11. Hoeveel handwortelbeentjes heeft één hand?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 12 - Quiz

12. Wat betekent bloedarmoede?
A
Te weinig bloed in je lichaam
B
Te veel witte bloedcellen hebt
C
Te veel rode bloedcellen
D
Te weinig rode bloedcellen

Slide 13 - Quiz

13. Welke cellen zijn verantwoordelijk voor het stollen van bloed?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplasma
C
De bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 14 - Quiz

14. Lymfe is ...
A
Zuurstofrijk en afvalstoffenrijk
B
Zuurstofarm en afvalstoffenarm
C
Zuurstofrijk en afvalstoffenarm
D
Zuurstofarm en afvalstoffenrijk

Slide 15 - Quiz

15. Welk bot zorgt voor lengtegroei?
A
sesambeen
B
onregelmatig been
C
pijpbeen
D
plat been

Slide 16 - Quiz

16. Wat voor been verbinding is een tussenwervelschijf?
A
bindweefselverbinding
B
vliesverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
beenverbinding

Slide 17 - Quiz

17. Welk bloedvat voert het bloed van het hart af?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders
D
Venen

Slide 18 - Quiz

18. Er zijn twee soorten leukocyten/witte bloedcellen, namelijk:
A
Granulocyten en erytrocyten
B
Lymfocyten en erytrocyten
C
Erytrocyten en leukocyten
D
granulocyten en lymfocyten

Slide 19 - Quiz

19. Wat is de belangrijkste taak van het lymfevatenstelsel?
A
Vervoeren van bloed
B
Schadelijke stoffen verwijderen
C
Vervoeren van lymfe/ weefselvocht
D
Samenwerking met de bloedsomloop

Slide 20 - Quiz

20. Wat maken lymfocyten?
A
Fagocytose
B
Witte bloedcellen
C
Antistoffen
D
Lymfe

Slide 21 - Quiz

21. Wat is geen functie van de lymfeknopen/ lymfeklieren?
A
Filteren van lymfevocht
B
Vernietigen van bacteriën en ziektekiemen
C
Aanmaken van lymfocyten
D
Vervoeren van zuurstof

Slide 22 - Quiz

22. Waaruit is de bekkengordel opgebouwd?
A
staartbeen, sesambeen, heiligbeen
B
Heilig been, staartbeen, 2 heupbeenderen
C
Heupbeenderen, ribben, bovenbeen

Slide 23 - Quiz

23. Waar worden lymfocyten gevormd?
A
In de lymfeknopen
B
In de lymfeknopen en in de milt
C
In de lymfeknopen, in de milt en in de lever

Slide 24 - Quiz

24. Welke bewering over lymfeknopen is juist?
A
De lymfeknopen maken rode bloedcellen aan.
B
In de lymfeknopen worden afvalstoffen uitgescheiden.
C
In de lymfeknopen worden ziektekiemen gefagocyteerd.

Slide 25 - Quiz