MA H1 1.1 en 1.2

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

WElKOM BIJ MAATSCHAPPIJLEER

    introductie Wat is maatschappijleer?

Praktisch

- Wel een examen vak, maar geen centraal examen

- SE en PO 
- Compensatiepunt

- Let op begrippen
- Boeken elke les mee! 
- Huiswerkcontroles

- Elke 2 weken een nieuwsquiz + beloning

Waar denk je aan bij:
maatschappijleer

Waar denk je aan bij:
Politiek

Waar denk je aan bij:
criminaliteit

Lesdoelen:

1. Je kan uitleggen waar maatschappijleer over gaat
2. Je kunt verschil tussen gedragsregels en wetten toelichten
3. Je kunt uitleggen hoe gedragsregels en wetten de samenleving mogelijk maken

Samenleven (1)

• Maatschappijleer gaat over de samenleving

• Samenleven doe je in grote en kleine groepen.

Samenleven (2)

• Deze kleine groep mensen in je omgeving noemen we: sociale omgeving

• Zo'n grotere groep heet de maatschappij

Je hebt anderen nodig

• Mensen zijn afhankelijk van elkaar: school, winkels, je sociale omgeving

• Omdat mensen met miljoenen samenleven én omdat we afhankelijk zijn van anderen, moeten er afspraken zijn

Samenleven kan 

niet zonder regels

Gedragsregels

• Regels die je automatisch toepast en vanzelfsprekend vindt

• Zijn zelden opgeschreven

• Hebben vaak met fatsoen te maken: fatsoensregels

Bijvoorbeeld: iemand een(voor corona) een hand geven of opstaan in een volle bus voor iemand die slecht ter been is

Wetsregels

• Regels die in wetten zijn vastgelegd.

• Deze regels zijn opgeschreven

Bijvoorbeeld: niet door rood fietsen of je verdient het minimumloon als je werkt

1.2 Met wie ben je verbonden

Kernbegrippen bij paragraaf:

• Uitleggen met wie je verbonden bent aan de hand van de vier verschillende bindingen.
• Het begrip sociale cohesie uitleggen en hier een voorbeeld bij noemen.
  
• Het begrip polarisatie uitleggen en hierbij een voorbeeld noemen.
  
• Informatie uit een filmpje halen en deze koppelen aan de begrippen sociale cohesie, wij- gevoel en polarisatie.
  

Met wie ben je verbonden?

• Levensonderhoud              economische bindingen​
• Kennis                kennisbindingen​
• Steun en liefde              gevoelsbindingen​
• Overheidstaken            Politieke bindingen​
  
  

​In de samenleving zijn we afhankelijk van elkaar. Je hebt met verschillende mensen, verschillende soorten bindingen.​

​

Gevoelsbindingen

Iedereen heeft liefde en vriendschap nodig. Daarom hebben we gevoelsbindingen. Bijvoorbeeld met:​

• familie.​

• vrienden.​

• geliefden.

Economische bindingen

Om in je levensonderhoud te voorzien heb je een hoop economische bindingen. Bijvoorbeeld:​

• met je baas (voor je salaris).​

• met je ouders (die een aantal dingen voor je betalen).​

• met winkels (waar je spullen kunt kopen).​
• met fabrikanten (die producten voor jou maken).

Kennisbindingen

Kennisbindingen heb je met alle mensen die jou iets leren. Bijvoorbeeld met:​

• je school.​
• je ouders.​
• sportcoaches.​
• media.

Politieke bindingen

Politieke bindingen gaan over afhankelijk zijn van de overheid. Van de overheid zijn wij bijvoorbeeld afhankelijk voor:​

• veiligheid.​
• snelwegen.​
• gezondheidszorg.​
• goed onderwijs.

welke binding heb je met je
leraren ?

1. Gevoelsbinding
2. politiek
3. economisch
4. Kennisbinding

Welke binding heb je niet met je ouders?

1. kennisbinding
2. gevoelsbinding
3. economische binding
4. politieke binding

Met wie heb je een economische binding?

1. Messi
2. Een politie-agent
3. Je werkgever
4. Je mentor

Welke binding heb je met je beste vriend?

1. Economische binding
2. Kennisbinding
3. Gevoelsbinding
4. Politieke binding

Afhankelijkheid binnen de samenleving

Sociale cohesie: bindingen tussen mensen zijn sterk en mensen hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen (wij - gevoel)

Wat verteld dit liedje over polarisatie?

werkboek

Maken 1.2  (blz 6 & 7 in je werkboek)
Opdracht 2 t/m 8

Vergelijk  en bespreek jullie antwoorden met elkaar!