week 3 les 2.2 voltooid deelwoord

1KGT K3 het voltooid deelwoord
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2,3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

1KGT K3 het voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

Mhhh....... wat is eigenlijk het voltooid deelwoord?

Slide 2 - Slide

Kijk naar de onderstaande zinnen
Ik heb brood gegeten.
Piet heeft een vuurtje gestookt.
Saskia heeft de fiets gemaakt.
Jan is naar Enschede gegaan.

Slide 3 - Slide

Ahhh ik weet het al......
Als je wil vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.
Dus je vertelt iets in de verleden tijd. 

Slide 4 - Slide

 Hoe maak je een voltooid deelwoord in het Duits?

Slide 5 - Slide

Zwakke werkwoorden
  • ge + stam + t
  • gewohnt
  • gespielt
  • eindigt altijd op -t

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Sterke werkwoorden
  • Klinkerwisseling
  • Nederlands sterk > Duits ook sterk
  • 20 sterke werkwoorden > blz 199

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

werkwoord haben
ich habe
du hast
er/sie/es hat
wir haben
ihr habt
sie/Sie haben
werkwoord sein
ich bin
du bist
er/sie/es ist
wir sind
ihr seid
sie/Sie sind

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Het voltooid deelwoord van arbeiten
A
gearbeitet
B
gearbeitt
C
gearbeit
D
arbeit

Slide 12 - Quiz

het voltooid deelwoord van wohnen
A
wohnt
B
gewohnd
C
gewohnt
D
gewohnet

Slide 13 - Quiz

Het voltooid deelwoord van spielen
A
gespielet
B
gespield
C
spielt
D
gespielt

Slide 14 - Quiz

Voltooid deelwoord van gratulieren
A
gegratuliert
B
vergratuliert
C
gratuliert
D
gegratuliertet

Slide 15 - Quiz

Het voltooid deelwoord van machen
A
gemachtt
B
gemacht
C
macht
D
gemachen

Slide 16 - Quiz

Het voltooid deelwoord van kaufen
A
gekauft
B
kauft
C
kauf

Slide 17 - Quiz

voltooid deelwoord sein

Slide 18 - Open question

voltooid deelwoord
reden

Slide 19 - Open question

voltooid deelwoord
antworten

Slide 20 - Open question

Voltooid deelwoord:
hören: ich __ ___

Slide 21 - Open question

koken - gekookt = kochen
Voltooid deelwoord is?

Slide 22 - Open question