MW Spaans

MW Spaans
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

MW Spaans

Slide 1 - Slide

Tema 2: la familia
leerdoelen periode 2:
- ik kan mijn familieleden beschrijven
- ik kan zelf Spaanse zinnen maken door werkwoorden te vervoegen
- ik kan vertellen hoe iemand eruit ziet (uiterlijk + kleding)
- ik weet hoe ik het bijvoeglijk naamwoord in het Spaans moet gebruiken
- ik ken de getallen t/m 100 in het Spaans

Slide 2 - Slide

  • bekijk de video op volgende slide
  • noteer zoveel mogelijk  nieuwe woorden

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

vader
moeder
ouders
broer
zus
oom
tante
oma
opa 
neef
nicht
padre 
madre
padres
hermano
hermana 
tío
tía
abuela
abuelo 
primo
prima

Slide 5 - Slide

la madre
el hijo
el abuelo
la hermana
el nieto
la sobrina
het nichtje
de moeder
de kleinzoon
de zus
de opa
de zoon

Slide 6 - Drag question

let op:

el padre + la madre =               los padres
la hermana + el hermano =  los hermanos
el abuelo + la abuela =            los abuelos
el tío + la tía =                              .......?

Slide 7 - Slide

El padre de mi padre es mi...
A
hermano
B
abuelo

Slide 8 - Quiz

La hermana de mi madre es mi...
A
abuela
B
tía

Slide 9 - Quiz

El hijo de mis padres es mi..
A
hermano
B
hermana

Slide 10 - Quiz

La hija de mi tía es mi...
A
madre
B
prima

Slide 11 - Quiz

Maak je eigen familiestamboom
geef hierbij ook steeds achter de namen aan om welk familielid het gaat (in het Spaans)

timer
5:00

Slide 12 - Slide

La familia

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Video

la fiesta
el cumpleaños
la navidad
nochevieja
el año nuevo
el pastel
la comida
comer
beber
celebrar
invitar                                                            
bailar                                                            enorabuena
cantar                                                          feliz navidad
las uvas                                                      feliz cumpleanos 
los caramelos                                         la música

Slide 15 - Slide

6

Slide 16 - Video

00:27
Hoe zeg je in het Spaans...?

Ik heet...
A
Vivo en...
B
Me llamo...
C
Tengo...años.
D
Soy de...

Slide 17 - Quiz

00:41
Wat betekent de vraag:

¿De dónde eres?
A
Hoe heet je?
B
Hoe oud ben je?
C
Waar kom je vandaan?
D
Hoe gaat het?

Slide 18 - Quiz

01:06
Waar of niet waar?

Sonia geeft haar 'número de teléfono' aan Marcos.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

01:24
Hoe zeg je in het Spaans...?

Dankjewel!
A
¡Adiós!
B
¡Por favor!
C
¡Hola!
D
¡Gracias!

Slide 20 - Quiz

01:52
De jongeren geven antwoord op de vraag
'¿Cuántos años tienes?'

Wat betekent deze vraag?
A
Hoe oud ben je?
B
Hoe gaat het met je?
C
Waar woon je?
D
Hoe heet je?

Slide 21 - Quiz

02:43
Je hoorde 4 getallen in het fragment. Combineer de getallen met het Spaanse woord:
uno
seis
cinco
cuatro
1
5
6
4

Slide 22 - Drag question