1. Schets de uitslag van de cilinder en zet de maten erbij.
2. Bereken de omtrek van de cirkel.
De omtrek van de cirkel is gelijk aan de basis van de rechthoek.
Formule omtrek O: diameter x
3. Bereken de oppervlakte van de rechthoek.
Formule Oppervlakte vierhoek: basis x hoogte
4. Bereken de oppervlakte van de cirkels
Formule Oppervlakte O = straal x straal x
5. Tel alle losse onderdelen bij elkaar op.
6. Geef een conclusie.