Voorbereiding examen schrijven

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1-3

NT2 schrijven 1F en 2F:

Doel:

De studenten kunnen korte teksten schrijven, zoals een zakelijke mail, een zakelijke brief, een memo of een verslag.

De studenten kunnen een formulier invullen.

Formulier

Wat is burgerlijke staat?

1. nationaliteit
2. gehuwd, ongehuwd, gescheiden, etc.
3. meerderjarig of minderjarig
4. BSN-nummer

Geef voorbeelden van eigenschappen en kwaliteiten.

Wat vul je in als het formulier vraagt naam:

1. je voornaam
2. je voorletters
3. je roepnaam
4. je achternaam

Wat is een voorbeeld van een functie?

1. horecamedewerker
2. serveren
3. goed samenwerken
4. klantvriendelijk

Wat vul je in bij referentie?

1. de naam van je ouders
2. een vorige werkgever
3. iemand die iets positiefs over je kan zeggen
4. de naam van een collega

Wat vul je in bij de ondertekening van het formulier na het woord TE

1. de datum
2. je naam
3. de plaats (stad/dorp)
4. je handtekening

Welk adres is goed geschreven?

1. wildstraat 1 5042 wz Tilburg
2. Wildstraat 1 5042 WZ Tilburg
3. Wildstraat 1 5042 Tilburg
4. wildstraat 5042 wz Tilburg

zakelijke 

brief

Sleep de onderdelen van de brief in de juiste volgorde.

1

2

3

4

5

6

7

8

Adresgegevens van de geadresseerde.

Adresgegevens van de schrijver

Plaats, datum

Aanhef

Inleiding

Middenstuk/kern

Slot

Slotformule / naam

Welke aanhef is goed?

1. Geachte mevrouw Carla van Huizen,
2. Geachte mevrouw van Huizen,
3. Geachte mevrouw Van Huizen,
4. Geachte mevrouw C. van Huizen,

Welke datum is goed geschreven?

1. Tilburg, 23.03.2021
2. Tilburg, 23 Maart 2021
3. Tilburg, 23 maart 2021
4. Tilburg 23 maart 2021

Welke uitspraak is goed?

1. Een zakelijke mail schrijf je in formele taal.
2. Een persoonlijke mail schrijf je in formele taal.
3. Een zakelijke mail schrijf je in informele taal.
4. Een persoonlijke mail is hetzelfde als een zakelijke mail.

Wat is een goede slotgroet in een zakelijke brief of mail?

1. Met vriendelijke groetjes,
2. Groetjes,
3. Doei,
4. Met vriendelijke groet,

Wat onthoud je van deze les?