1. Wat deed mevrouw Kooijman toen ze gewaarschuwd was?
2. Wat zou jij gedaan hebben?
3. Hoe werd mevrouw gewaarschuwd?
4. Hoe zouden we nu gewaarschuwd worden?
5. Mevrouw geeft aan op het hoogste punt te wonen, wat denk je dat de ramp met mevrouw gedaan heeft?