Powerpoint/Onedrive toets

Bewegend beeld
Wist je dat je naast animaties ook afbeeldingen kunt invoegen die bewegen en geen video  zijn!

Het zijn afbeeldingen met de bestandsextensie GIF!

Kijk maar naar de volgende dia!




1 / 167
next
Slide 1: Slide
ICTSecundair onderwijsBuitengewoon lager onderwijsLager onderwijsBuitengewoon secundair onderwijs

This lesson contains 167 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Bewegend beeld
Wist je dat je naast animaties ook afbeeldingen kunt invoegen die bewegen en geen video  zijn!

Het zijn afbeeldingen met de bestandsextensie GIF!

Kijk maar naar de volgende dia!




Slide 1 - Slide

This item has no instructions

een gif = beweging
een afbeelding = stilstaan

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welk antwoord is een gif?
A
B
C
D

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Test je kennis

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe noemt deze balk in PPT?
Tekst
A
de strik
B
het lint
C
de titelbalk
D
invoegbalk

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de pagina in een PowerPoint?
A
Pagina
B
Slide
C
Bladzijde
D
Dia

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Noem een basisregel (afspraak) om een presentatie te maken in Powerpoint.
A
zet zo veel mogelijk informatie in 1 dia
B
maak mooie en goede zinnen
C
zet alleen kernwoorden in een dia
D
Gebruik zoveel mogelijk animaties

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste om te weten voordat je aan een presentatie begint?
A
Hoe je een inhoudsopgave maakt.
B
Wat jouw onderwerp zal zijn voor het presentatie.
C
Hoe je een afbeelding in powerpoint toevoegt.
D
Hoe je een voorblad maakt.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Je wilt een voorblad instellen in PowerPoint. Je gaat een nieuwe dia toevoegen.
Welke dia-indeling gebruik je voor een voorblad?
A
Titeldia
B
Titel en object
C
Alleen titel
D
Leeg

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke gegevens zet je minimaal op je voorblad?
A
De titel en een passende afbeelding
B
De titel, afbeelding, naam, klas, datum
C
De titel, afbeelding en je naam
D
De titel, naam, klas, datum

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een presentatie moet leesbaar én stijlvol zijn. Welk lettertype is het duidelijkst?
A
Arial
B
Algerian
C
Magneto
D
Rage Italic

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de woorden naar de juiste plaats. 

vetgedrukt
kleur
onderstreept
Schuingedrukt of cursief

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

De tweede dia is je 'inhoud/inleiding'. Wat vertel je hier?
A
Wat het onderwerp van je presentatie is
B
Hoelang je presentatie zal duren
C
Welke onderwerpen je gaat vertellen
D
Uit hoeveel dia's je presentatie bestaat

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Klopt deze stelling?
'Je wilt een afbeelding toevoegen in je presentatie. Je kunt alleen Google gebruiken om een afbeelding toe te voegen.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kun je een afbeelding toevoegen in PowerPoint die op mijn harde schijf staat?
Schrijf het in stappen op.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Waarvoor zijn deze opties in powerpoint met een rood kader?
A
Om automatisch alinea's te krijgen.
B
Om de tekst links, rechts of in het midden te zetten.
C
Om het lettertype aan te passen.
D
Om nummering toe te voegen..

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Dit is een tabel.
Uit hoeveel kolommen en rijen bestaat deze tabel?
A
4 kolommen, 9 rijen
B
9 kolommen, 4 rijen
C
4 kolommen, 10 rijen
D
10 kolommen, 4 rijen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Binnen een PowerPoint is het mogelijk om een YouTube video te plaatsen. Deze uitspraak is ...
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn overgangen in Powerpoint?
A
Hoe de tekst in beeld komt verschijnen
B
Hoe een afbeelding in beeld komt verschijnen
C
Hoe je van de ene dia naar de andere dia gaat
D
Hoe je de presentatie eindigt

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

In PowerPoint kun je via een animatie een afbeelding of stuk tekst op een opvallende manier tevoorschijn halen. Voorbeelden van animaties zijn: verschijnen, vervagen, binnenvliegen, splitsen en wissen. Wat is de afbeelding die hoort bij de animatie 'binnenzweven'?
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Je kunt meerdere animaties aan een object toevoegen.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welk antwoord is een gif?
A
B
gamen
C
D

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met een CURSIEF lettertype?
A
Vetgedrukt
B
Schuin
C
Schreefloos
D
Smal

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hoe herken je spelfouten in powerpoint?
A
Aan de blauwe streepjes onder een woord.
B
Aan de rode streepjes onder een woord.
C
Er komt een uitroepteken naast het woord te staan.
D
Dan verandert het lettertype.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

hoe kan je een video inzetten in PowerPoint
A
via start
B
via invoegen
C
via opnemen
D
via ontwerpen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Je gebruikt sneltoets + .

Wat kun je met deze sneltoets?
A
Plakken
B
Verwijderen
C
Kopiëren
D
Knippen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Een thema geven aan je presentatie doe je bij?
A
Start
B
Animaties
C
Invoegen
D
Ontwerpen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welke zin is juist?
A
Overgangen en animaties zijn hetzelfde.
B
Je kunt maar 1 soort overgang instellen.
C
Overgangen kun je instellen bij tabblad 'ontwerpen'.
D
Overgangen kun je bij elke dia instellen.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Je staat op tabblad 'Start'. Wat kun je hier onder andere doen?
A
Een afbeelding invoegen
B
Een tabel toevoegen
C
Paginanummers instellen
D
Tekst onderstrepen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke tekst past het best bij de laatste dia?
A
'Dit was het'
B
'Dit was mijn presentatie'
C
'Einde'
D
'Zijn er nog vragen?'

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er als je in Powerpoint CTRL+P klikt?
A
Powerpoint maakt automatisch handouts
B
Powerpoint maakt automatisch een dia-overzicht
C
Powerpoint voegt op elke dia dezelfde animatie toe
D
Powerpoint opent het print-venster

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heten je Powerpoint bestanden als je ze geen naam geeft?
A
Presentatie
B
Sheet
C
Document
D
Blad

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet in het plaatje een bestandenlijst.
Er wordt een bestand opgeslagen.

Wat wordt de bestandsnaam?
A
Nieuwe map
B
Powerpoint-presentatie
C
Onedrive
D
Mijn land

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welk bestandsformaat krijgt een powerpoint?
A
pptx
B
wav
C
xlsx
D
docx

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Kun je met beide knoppen opslaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kun je Powerpoint afsluiten?
A
Klik op het kruisje rechtsboven.
B
Klik op BESTAND en dan SLUITEN.
C
Antwoord A en B zijn beide goed.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer kies je voor OPSLAAN ALS in plaats van OPSLAAN?
A
Als je het bestandsformaat wilt aanpassen.
B
Als je de naam van het document wilt aanpassen.
C
Antwoord A en B zijn beide goed.

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Waar moet je op school al je documenten best opslaan?
A
Downloads
B
Mijn documenten
C
OneDrive
D
USB-stick

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het logo van OneDrive?
A
B
C
D

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Bestanden in de OneDrive worden in de cloud opgeslagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt data bewaard in de cloud?
A
Op externe servers via internetverbinding
B
Via Bluetooth naar een externe opslag
C
Op USB-sticks die overal toegankelijk zijn
D
Lokaal op de computer opgeslagen

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent bewaren in de cloud?
A
Bestanden worden bewaard in een netwerk van computers (servers genaamd)
B
Bestanden worden bewaard op je laptop.
C
Bestanden worden bewaard in

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn mogelijke nadelen van bewaren in de cloud?
A
Afhankelijkheid van internetverbinding en privacyrisico's
B
Snellere toegang tot bestanden vanaf verschillende locaties
C
Beperking van opslagruimte op apparaten
D
Minder kans op bestandsverlies bij computerstoring

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een server?
A
Een persoon die eten serveert in een restaurant
B
Een krachtige computer die informatie opslaat en deelt
C
Een soort robot die je kamer schoonmaakt

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een server?
A
Een server is een soort software.
B
Een server is een computer die diensten verleent.
C
Een soort robot

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van bewaren in de cloud?
A
Synchroniseren van bestanden met een externe server
B
Beschermen tegen computervirussen
C
Opslaan van bestanden op fysieke harde schijven
D
Toegang tot bestanden vanaf verschillende apparaten

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Onedrive wordt veel gebruikt voor een back-up. Wat is een back-up?
A
Een nieuwe computer kopen
B
Een kopie van belangrijke bestanden maken.
C
Een bestand verwijderen
D
Een wachtwoord wijzigen

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Onedrive wordt veel gebruikt voor een back-up.

Wat is een back-up?
A
Een extra exemplaar van je favoriete boek
B
Een speciale dansmove
C
Een kopie van je belangrijke bestanden, voor het geval er iets misgaat

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is een backup belangrijk?
A
Om meer opslagruimte te creëren
B
Om virussen te verspreiden
C
Om verlies van data te voorkomen.
D
Om de computer sneller te maken

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vaak moet je een backup maken?
A
Regelmatig, bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks.
B
Nooit
C
Elke dag op hetzelfde tijdstip
D
Een keer per jaar

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Is bewaren in de cloud de enige mogelijkheid om een backup te nemen?
A
Ja
B
Nee

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

Welk van deze opslag plaatsen heeft het meeste geheugen?
1 = het minst 4= het meest
1.
2.
3.
4.

Slide 52 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de kleinste eenheid in opslaghoeveelheid
A
byte
B
Mbite
C
bit
D
Kb

Slide 53 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel bits zitten er in een byte?
A
1
B
0
C
1000
D
8

Slide 54 - Quiz

This item has no instructions

Zet de bytes in volgorde van Klein naar Groot. 1 = het kleinst 4 = het grootst
1.
2.
3.
4.
MB (megabyte)

KB (kilobyte)
TB
(terabyte)
GB (gigabyte)

Slide 55 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een nadeel van het bewaren op een USB-stick?

Slide 56 - Open question

This item has no instructions

Wat is het grote
nadeel van werken
in de cloud?
A
Je hebt een betaald abonnement nodig
B
Werkt niet zonder internetverbinding
C
Het is alleen in het Engels beschikbaar
D
Het werkt alleen op een laptop

Slide 57 - Quiz

This item has no instructions

Waar vind ik het icoontje van mijn internetverbinding op mijn laptop?
A
op mijn toetsenbord
B
op mijn bureaublad
C
in mijn taakbalk rechts
D
in mijn taakbalk links

Slide 58 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn mogelijke voordelen van bewaren in de cloud?
A
Langere levensduur van fysieke harde schijven
B
Automatische back-ups en ruimtebesparing (opslag) op apparaten
C
Vertrouwelijkheid van gegevens op elk apparaat
D
Mogelijkheid om offline te werken

Slide 59 - Quiz

This item has no instructions

Waar vind je je opslagruimte en hoeveel je procent opslag je al hebt gebruikt?
A
bij Instellingen en dan Batterij
B
Bij Instellingen en dan Systeem
C
Bij Instellingen en dan Weergave
D
Bij Instellingen en dan Opslag

Slide 60 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het grote
voordeel van werken
in de cloud?
A
Je kan ook bij je bestanden op andere laptops/computers
B
Het heeft het mooiste online design
C
Het is ontzettend goed beveiligd
D
Het is lekker luchtig

Slide 61 - Quiz

This item has no instructions

Waar kun je bestanden terugvinden die op de OneDrive staan opgeslagen?
A
Alleen op de laptop.
B
Op de smartphone
C
Overal waar OneDrive op staat geinstalleerd.
D
Op de smartphone en laptop

Slide 62 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kom je ook al weer bij de OneDrive?
A
Via de 9 puntjes linksboven in Outlook
B
Via de app op je smartphone
C
Is gesynchroniseerd met schoolaccount op de PC
D
Alle drie zijn mogelijk

Slide 63 - Quiz

This item has no instructions

Om aan je bestanden op je Onedrive te kunnen heb je ook een account en wachtwoord nodig.
A
juist
B
fout

Slide 64 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een goed wachtwoord?
A
D4t7k4m0!
B
ditiseenwachtwoord
C
WW12345
D
23122005

Slide 65 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een slecht wachtwoord?
A
r4t5u0&DvZ!
B
f4çLàGsa15?
C
Ditiseenwachtwoord
D
Jà"da&2k9.

Slide 66 - Quiz

This item has no instructions

Bestanden in de OneDrive kun je niet met elkaar delen. (Je kan dus niet samenwerken in één bestand)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 67 - Quiz

This item has no instructions

Uploaden of downloaden?
Als je een foto van Onedrive naar je galerij stuurt op je smartphone. Dan is dat?
A
Uploaden
B
Downloaden

Slide 68 - Quiz

This item has no instructions

Als je een bestand van je mapje Documenten verplaatst op je Onedrive dan ben je aan het uploaden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 69 - Quiz

This item has no instructions

Als je bestanden gewijzigd hebt in de Onedrive via de smartphone, dan wordt dat ook aangepast in de OneDrive op de laptop.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 70 - Quiz

This item has no instructions

Een groep apparaten die met elkaar communiceren, via kabels of draadloos.
De plaats op het internet waar je bestanden kunt opslaan. Zo kan je ze gemakkelijk delen met anderen.
Dit is het netwerk dat alle computers op de wereld met elkaar verbindt.
Draadloze internetverbinding
Netwerk

Wifi
Internet
Cloud

Slide 71 - Drag question

This item has no instructions

Wat is Windows Verkenner?
A
Een webbrowser van Microsoft.
B
Een tekstverwerkingsprogramma van Microsoft.
C
Een presentatieprogramma van Microsoft.
D
Een bestandsbrowser van Microsoft.

Slide 72 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het logo van Windows Verkenner?
A
B
C
D

Slide 73 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van een bestandsbrowser?
A
Om bestanden en mappen te organiseren en openen.
B
Om presentaties te maken.
C
Om op websites te surfen?
D
Om muziek af te spelen.

Slide 74 - Quiz

This item has no instructions

Kan ik via het programma Verkenner mijn inhoud van Onedrive op mijn laptop zien?
A
Ja
B
Nee

Slide 75 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor dient de "bestandsbrowser"?
A
browsen door het internet
B
google
C
bestandslocaties verkennen
D
surfen

Slide 76 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan men Windows Verkenner openen?
A
Door te dubbelklikken op het bureaublad.
B
Door te klikken op het startmenu.
C
Door de zoekfunctie te gebruiken.
D
Door te klikken op het pictogram in de taakbalk.

Slide 77 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van Windows Verkenner?
A
Het maken van spreadsheets.
B
Het beheren van bestanden en mappen.
C
Het bewerken van afbeeldingen.
D
Het afspelen van muziek.

Slide 78 - Quiz

This item has no instructions

Hoe helpt een bestandsbrowser bij het werken met bestanden?
A
Door het coderen van softwareprogramma's.
B
Door het ontwerpen van grafische afbeeldingen.
C
Door het uitvoeren van complexe berekeningen.
D
Door het navigeren en beheren van bestanden.

Slide 79 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het aanmaken van een mappenstructuur handig in Onedrive?
A
Dan kun je bestanden makkelijker terugvinden.
B
Dan kun je bestanden makkelijker op een juiste plaats bewaren.
C
Anders wordt het snel een rommeltje als je veel bestanden hebt opgeslagen.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 80 - Quiz

This item has no instructions

Welke map is actief?
A
1920Informatica
B
Pixlr
C
Onedrive

Slide 81 - Quiz

This item has no instructions

Welke map is actief?
A
Adresbalk
B
Titelbalk
C
Statusbalk
D
Werkbalk

Slide 82 - Quiz

This item has no instructions

Zie ik in het navigatievenster ook bestanden?
A
Ja
B
Nee

Slide 83 - Quiz

This item has no instructions

Het navigatievenster
De statusbalk
Het zoekvenster
De adresbalk

Slide 84 - Drag question

This item has no instructions

Welke weergave in Verkenner is het meest geschikt voor foto's?
A
Tegel
B
Details
C
Lijst
D
Grote pictogrammen

Slide 85 - Quiz

This item has no instructions

Welke weergave in verkenner is het meest geschikt om het laatst gemaakt bestand terug te vinden?
A
Details
B
Grote pictogrammen
C
Lijst
D
Kleine pictogrammen

Slide 86 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 87 - Video

This item has no instructions

10 MB
8 B
70 GB
1276 KB
2 TB

Slide 88 - Drag question

This item has no instructions

Externe harde schijf
SD kaart
USB stick
Harde schijf
SSD schijf

Slide 89 - Drag question

This item has no instructions

Hoe selecteer je meerdere niet aaneengesloten bestanden in Verkenner?
A
Sleep een bestand naar een ander venster.
B
Houd de Ctrl-toets ingedrukt terwijl je klikt.
C
Dubbelklik op een bestand om het te selecteren.
D
Klik op het bestand en druk op de Delete-toets.

Slide 90 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de snelste manier om meerdere opeenvolgende bestanden te selecteren?
A
Klik op het eerste bestand, houd Shift ingedrukt en klik op laatste bestand.
B
Klik op de bestanden terwijl je de Alt-toets ingedrukt houdt.
C
Gebruik de rechtermuisknop en selecteer 'Alles selecteren'.
D
Klik op het eerste bestand, houd CTRL ingedrukt en klik op laatste bestand.

Slide 91 - Quiz

This item has no instructions


Noteer de werkwijze hoe je deze bestanden selecteert.

Slide 92 - Open question

This item has no instructions

Hoe deselecteer (niet meer selecteren) je een specifiek bestand in Verkenner?
A
Klik op het bestand en druk op de Backspace-toets.
B
Dubbelklik op het bestand om het te deselecteren.
C
Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op het bestand.
D
Klik met de rechtermuisknop op het bestand en selecteer 'Deselecteren'.

Slide 93 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van 'Prullenbak' in Verkenner?
A
Bestanden comprimeren
B
Bestanden herstellen en verwijderen
C
Bestanden delen via e-mail
D
Bestanden versleutelen

Slide 94 - Quiz

This item has no instructions

Waar kan ik de 'Prullenbak ' standaard terug vinden in Windows?
A
In de systeemmap
B
In de taakbalk
C
In de documentenmap
D
Op het bureaublad

Slide 95 - Quiz

This item has no instructions

Waarom wordt ook 'shift + delete' gebruikt in plaats van 'delete'?
A
Om bestanden te hernoemen
B
Om bestanden te verplaatsen naar een andere map
C
Om bestanden te kopiëren naar een externe schijf
D
Om bestanden permanent te verwijderen zonder naar de prullenbak te verplaatsen

Slide 96 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb per ongeluk een bestand verwijderd, hoe zet ik deze terug?

Slide 97 - Open question

This item has no instructions

De toets CTRL wordt vaak gebruikt voor sneltoetsen Waarvoor staat CTRL?
A
Shortcut
B
Computer Language
C
Counter Lock
D
Control

Slide 98 - Quiz

This item has no instructions

Plakken
Knippen
Kopieren 
Crtl + x
Crtl + c
Crtl + v
Je haalt het bestand weg
Je dupliceert het bestand
Je zet het bestand ergens neer

Slide 99 - Drag question

This item has no instructions

Je ziet in het plaatje een bestandenlijst.
Er wordt een bestand opgeslagen.

Wat wordt de bestandsnaam?
A
Nieuwe map
B
Powerpoint-presentatie
C
Onedrive
D
Mijn land

Slide 100 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet in het plaatje een bestandenlijst.
Er wordt een bestand opgeslagen.

Waar wordt er bewaard?
A
Nieuwe map
B
Powerpoint-presentatie
C
Onedrive
D
Mijn land

Slide 101 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een bestandsextensie?
A
Een vorm van bestandsversleuteling.
B
Een type bestandsgrootte.
C
Het is een reeks karakters aan het einde van een bestandsnaam.
D
Een manier om bestanden te comprimeren.

Slide 102 - Quiz

This item has no instructions

Plaats op de volgende dia de bestandsextensies bij het bijhorende programma.

Slide 103 - Slide

This item has no instructions

Verbind wat past!
Ms Word
Ms Excel
Fotobestand
Muziekbestand
Adobe Reader
Ms Powerpoint
.pptx
.xlsx
.pdf
.docx
.jpg
.mp3

Slide 104 - Drag question

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk om voorzichtig te zijn bij het verwijderen van bestandsextensies?
A
Het bestand wordt gecomprimeerd.
B
Het bestand wordt verwijderd.
C
Het bestand kan onleesbaar worden.

Slide 105 - Quiz

This item has no instructions

Welk bestandsformaat krijgt een powerpoint?
A
pptx
B
wav
C
xlsx
D
docx

Slide 106 - Quiz

This item has no instructions

In welk tabblad van de Verkenner kan je kiezen voor Bestandsextensies weergeven?
A
Start
B
Delen
C
Beeld

Slide 107 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan een bestandsextensie handig zijn?
A
Het zorgt voor automatische bestandsback-ups.
B
Het helpt gebruikers om snel het juiste programma te vinden om een bestand te openen.
C
Het maakt bestanden gemakkelijker te delen.
D
Het verbetert de bestandsopslag.

Slide 108 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een zip map?
A
Een map die bestanden comprimeert en archiveert.
B
Een map die bestanden verwijdert.

Slide 109 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel
van een zip map?
A
Het vergroten van de bestandsgrootte.
B
Het verkleinen van de bestandsgrootte.

Slide 110 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan er gebeuren als een bestandsextensie verwijderd wordt?
A
Het bestand wordt gecomprimeerd
B
Het bestand wordt verwijderd
C
Het bestand kan onleesbaar worden

Slide 111 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kun je Word afsluiten?
A
Klik op het kruisje rechtsboven.
B
Klik op BESTAND en dan SLUITEN.
C
Antwoord A en B zijn beide goed.

Slide 112 - Quiz

This item has no instructions

Kun je met beide knoppen opslaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 113 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer kies je voor OPSLAAN ALS in plaats van OPSLAAN?
A
Als je het bestandsformaat wilt aanpassen.
B
Als je de naam van het document wilt aanpassen.
C
Antwoord A en B zijn beide goed.

Slide 114 - Quiz

This item has no instructions


Slide 115 - Open question

This item has no instructions

Gebruik onderstaand schema voor je OneDrive

Slide 116 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van een bestandsextensie?
A
Het verbetert de bestandsbeveiliging.
B
Het verkleint de bestandsgrootte.
C
Windows kan het bestand herkennen en het juiste programma openen.
D
Het verandert de bestandsnaam.

Slide 117 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er als je bestanden verwijdert met 'shift delete'?
A
Bestanden worden onmiddellijk permanent verwijderd
B
Bestanden worden gemarkeerd als 'te verwijderen'
C
Bestanden worden verplaatst naar de tijdelijke map
D
Bestanden worden automatisch gecomprimeerd

Slide 118 - Quiz

This item has no instructions

Welke toetsencombinatie gebruik je voor 'shift delete verkenner'?
A
Shift + Backspace
B
Ctrl + Delete
C
Shift + Delete
D
Alt + Backspace

Slide 119 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er als je een bestand naar 'Prullenbak Verkenner' sleept?
A
Het bestand wordt gekopieerd naar een andere locatie
B
Het bestand wordt direct verwijderd
C
Het bestand wordt verplaatst naar de Prullenbak
D
Het bestand wordt gecomprimeerd

Slide 120 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van een zip map?
A
Om bestanden te converteren naar een ander formaat.
B
Om bestanden te verkleinen en te bundelen.
C
Om bestanden te vergrendelen.
D
Om bestanden te delen via sociale media.

Slide 121 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan 'Prullenbak Verkenner' worden geopend?
A
Klikken op het startmenu
B
Rechtsklikken en selecteren uit contextmenu
C
Dubbelklikken op het pictogram op het bureaublad
D
Typen in de zoekbalk

Slide 122 - Quiz

This item has no instructions

Welk programma wordt vaak gebruikt om zip maps te openen?
A
Internet Explorer
B
WinZip

Slide 123 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel
van een zip map?
A
Het vergroten van de bestandsgrootte.
B
Het verkleinen van de bestandsgrootte.

Slide 124 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een zip map?
A
Een map die bestanden comprimeert en archiveert.
B
Een map die bestanden verwijdert.

Slide 125 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'unzippen' van een map?
A
Het comprimeren van bestanden.
B
Het uitpakken van gecomprimeerde bestanden.

Slide 126 - Quiz

This item has no instructions

Welke extensie hebben zip maps meestal?
A
.txt
B
.zip

Slide 127 - Quiz

This item has no instructions

Waarmee kan een zip bestand worden geopend?
A
Met een tekstverwerkingsprogramma.
B
Met een muziekspeler.
C
Met een internetbrowser.
D
Met speciale programma's zoals WinZip of 7-Zip.

Slide 128 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een zip bestand?
A
Een gecomprimeerd bestand dat meerdere bestanden bevat.
B
Een programma om bestanden te openen.
C
Een type afbeeldingsbestand.
D
Een muziekbestand met hoge kwaliteit.

Slide 129 - Quiz

This item has no instructions

Je gebruikt sneltoets + .


Wat kun je met deze sneltoets in Onedrive?
A
Knippen
B
Plakken
C
Kopiëren
D
Verwijderen

Slide 130 - Quiz

This item has no instructions

Je gebruikt sneltoets + .


Wat kun je met deze sneltoets in Onedrive?
A
Knippen
B
Plakken
C
Kopiëren
D
Verwijderen

Slide 131 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de afkorting ICT voor?
A
Informatie en Communicatie
B
ICT Technologie
C
Informatie, Computers en Telefoons
D
Informatie- en Communicatie Technologie

Slide 132 - Quiz

This item has no instructions

Wachtwoorden zijn handig om op te slaan in de cloud.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 133 - Quiz

This item has no instructions

Even een reminder
Welke app gebruik je waarvoor?
Hier maak ik een presentatie
Hier bekijk ik mijn schoolmail
Hier typ ik mijn werkstuk in
Hier volg ik online les.
Hier sla ik mijn bestanden op

Slide 134 - Drag question

This item has no instructions

3/ Verkenner voorbereiden
Bekijk dit filmpje. (verplicht!)

Slide 135 - Slide

This item has no instructions

Uploaden of downloaden?
Als je een foto van je galerij op je smartphone naar Onedrive stuurt. Dan is dat?
A
Uploaden
B
Downloaden

Slide 136 - Quiz

This item has no instructions

Alle apparaten met toegang tot het internet kunnen bestanden in de cloud openen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 137 - Quiz

This item has no instructions


Slide 138 - Open question

This item has no instructions

Wat is een datacenter?
A
Een datacenter is een gelokaliseerde cloudopslag.
B
Een datacenter is een netwerk van computers.
C
Een datacenter is een faciliteit voor het opslaan en verwerken van grote hoeveelheden data.
D
Een datacenter is een soort supercomputer.

Slide 139 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de functies van een datacenter?
A
Datacenters bieden opslag, verwerking en distributie van data.
B
Datacenters bieden alleen data-analyse.
C
Datacenters bieden alleen softwareontwikkeling.
D
Datacenters bieden alleen internetverbindingen.

Slide 140 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van 'data'?
A
Gegevens of informatie over een bepaald onderwerp
B
Een vorm van energie
C
Een soort muziekgenre
D
Een type programmeertaal

Slide 141 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de voordelen van een datacenter voor bedrijven?
A
Datacenters bieden alleen kostenbesparingen.
B
Datacenters bieden alleen flexibiliteit in werktijden.
C
Datacenters bieden alleen marketingmogelijkheden.
D
Datacenters bieden betrouwbaarheid, schaalbaarheid en beveiliging voor bedrijfsgegevens.

Slide 142 - Quiz

This item has no instructions

Verbind de juiste term met de juiste definitie
netwerkkabel
wifi
internet
Cloud
Netwerk
De snelste en veiligste manier om toegang te krijgen tot een netwerk.
Wordt gebruikt als synoniem voor een draadloos netwerk. Als je met je smartphone hiermee een verbinding maakt met het internet, kun je heel gemakkelijk filmpjes bekijken. Het bereik is meestal beperkt.
De verzameling van alle computernetwerken over de hele wereld. Het bestaat uit computers, kabels en draadloze signalen.
De verzamelnaam van computers op het internet waar je bestanden (o.a. foto’s, filmpjes, documenten) kunt opslaan. Zo kun je ze gemakkelijk delen met anderen.
Een groep computers of apparaten die met elkaar kunnen communiceren. Die communicatie gebeurt via kabels of draadloos.

Slide 143 - Drag question

This item has no instructions

Slide 144 - Drag question

  1. Mag jij al een account hebben op sociale media van je ouders?
  2. Ken jij nog meer sociale media? Heb je daar een account op?
  3. Is het oké dat kinderen jonger dan 13 jaar sociale media gebruiken Waarom?
Mobiele app om digitale foto's en video's met een speelduur tot 60 seconden uit te wisselen. De foto's en video's kunnen digitaal gefilterd worden.
Profiel met informatie over jezelf. Tekst, foto's, filmpjes en GIF's plaatsen die worden gedeeld met andere gebruikers die ermee hebben ingestemd hun "vriend" te zijn.
Toepassing voor het delen van foto's en video's die gebruikt kan worden op smartphones. Het bijzondere van deze toepassing is dat de ontvangen media slechts tijdelijk zichtbaar zijn bij de ontvangers, dit gaat van één tot tien seconden.
Mobiele app voor instant messaging ontwikkeld voor de smartphone. Met een internetverbinding is hiermee te chatten en kunnen digitale foto's, geluids- en video-opnamen, documenten of GPS-coördinaten worden doorgestuurd.
Livestreamingservice voor video's die zich richt op livestreaming van videogames, inclusief uitzendingen van esport-wedstrijden, naast het aanbieden van muziekuitzendingen, creatieve inhoud en "in real life" streams.
Gebruikers kunnen korte berichtjes van maximaal 280 tekens publiceren, op elkaar reageren en elkaar volgen.
Gebruikers kunnen muziek zoeken op artiest, album of genre en afspeellijsten maken, bewerken en delen.

Slide 145 - Drag question

This item has no instructions

Welke technologieën worden in datacenters gebruikt?
A
Datacenters maken gebruik van robotica.
B
Datacenters maken gebruik van servers, netwerkapparatuur en opslagapparaten.
C
Datacenters maken gebruik van biometrische identificatie.
D
Datacenters maken gebruik van virtual reality-technologie.

Slide 146 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk om servers te plaatsen in een goed geventileerde ruimte?
A
Om geluidsoverlast te verminderen
B
Om oververhitting te voorkomen
C
Om de snelheid van de server te verbeteren
D
Om de serverruimte te verlichten

Slide 147 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk om regelmatig back-ups van servers te maken?
A
Om de serverbelasting te verminderen
B
Om de servercapaciteit te vergroten
C
Om de serverkosten te verlagen
D
Om gegevensverlies te voorkomen

Slide 148 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voordeel van het gebruik van een dedicated server?
A
Toegang tot meer softwareopties
B
Betere prestaties en beveiliging
C
Hogere energie-efficiëntie
D
Minder bandbreedtegebruik

Slide 149 - Quiz

This item has no instructions

Welke bron van energie wordt gebruikt in groene datacenters?
A
Aardgas
B
Zonne-energie
C
Steenkool
D
Kernenergie

Slide 150 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de voordelen van groene energie voor datacenters?
A
Milieuvriendelijk, duurzaam, vermindert CO2-uitstoot
B
Duur, onbetrouwbaar, inefficiënt

Slide 151 - Quiz

This item has no instructions

Hoe dragen groene datacenters bij aan milieubescherming?
A
Verhoogt energieverbruik, verontreinigt lucht, veroorzaakt ontbossing
B
Vermindert gebruik van fossiele brandstoffen

Slide 152 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn mogelijke alternatieve energiebronnen voor groene datacenters?
A
Windenergie, waterkracht
B
Olie, aardwarmte, biomassa

Slide 153 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kunnen groene datacenters helpen bij het verminderen van broeikasgassen?
A
Door meer energie te verbruiken dan traditionele datacenters
B
Door gebruik van hernieuwbare energiebronnen
C
Door het verbranden van fossiele brandstoffen

Slide 154 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een belangrijk aspect van gegevensbescherming in een datacenter?
A
Waterdicht dak voor het datacenter
B
Kleur van de serverkasten
C
Muziekkeuze in de serverruimte
D
Encryptie van gevoelige bestanden

Slide 155 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan de fysieke toegang tot gegevens in een datacenter worden beveiligd?
A
Plaatsen van bewakingscamera's
B
Toestaan van onbeperkte bezoekers
C
Gebruik van biometrische identificatie
D
Gebruik van openstaande deuren

Slide 156 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een preventieve maatregel voor gegevensbescherming?
A
Het wissen van alle gegevens
B
Openbaar delen van inloggegevens
C
Regelmatige data back-ups maken
D
Gebruik van verouderde software

Slide 157 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een goede methode voor het beveiligen van gegevensoverdracht binnen een datacenter?
A
Gebruik van openbare Wifi-netwerken
B
Delen van wachtwoorden via e-mail
C
Versturen van data via onbeveiligde kanalen
D
Gebruik van versleutelde verbindingen

Slide 158 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan een datacenter zich beschermen tegen ongeautoriseerde toegang tot gegevens?
A
Geen beperkingen voor externe apparaten
B
Gebruik van standaardwachtwoorden
C
Openbare toegangspoorten
D
Implementatie van strikte toegangscontrole

Slide 159 - Quiz

This item has no instructions

Wat is biometrische identificatie?
A
Een methode om personen te identificeren aan de hand van unieke lichaamskenmerken.
B
Een methode om identiteitskaarten te scannen.
C
Een methode om wachtwoorden te genereren.
D
Een methode om DNA te analyseren.

Slide 160 - Quiz

This item has no instructions

Welk lichaamskenmerk wordt vaak gebruikt voor biometrische identificatie?
A
Oogkleur
B
Schoenmaat
C
Haarlengte
D
Vingerafdrukken

Slide 161 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voordeel van biometrische identificatie?
A
Het is minder nauwkeurig dan een pincode.
B
Het is moeilijker te vervalsen dan wachtwoorden.
C
Het is goedkoper dan traditionele identificatiemethoden.
D
Het kan alleen overdag worden gebruikt.

Slide 162 - Quiz

This item has no instructions

Welke technologie wordt gebruikt voor gezichtsherkenning?
A
Stemherkenning
B
3D-gezichtsscans
C
Handafdrukken
D
Oogscans

Slide 163 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een nadeel van biometrische identificatie?
A
Snellere identificatie in noodgevallen.
B
Minder veilig dan het gebruik van wachtwoorden.
C
Minder nauwkeurig dan traditionele ID-kaarten.
D
Privacyzorgen vanwege opslag van persoonlijke biometrische gegevens.

Slide 164 - Quiz

This item has no instructions

Wat is encryptie?
A
Een manier om informatie te verbergen
B
Het proces van coderen van informatie
C
Een methode om informatie te comprimeren
D
Het proces van decoderen van informatie

Slide 165 - Quiz

This item has no instructions

Welk doel dient encryptie?
A
Het verminderen van opslagruimte
B
Het versnellen van datatransmissie
C
Het beveiligen van gevoelige gegevens
D
Het anonimiseren van gegevens

Slide 166 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt encryptie vaak toegepast?
A
Met behulp van biometrische identificatie
B
Met behulp van algoritmes en sleutels
C
Met behulp van sociale media
D
Met behulp van openbare netwerken

Slide 167 - Quiz

This item has no instructions