Herhaling module 6

Lesdoel
Herhaling module 6.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoel
Herhaling module 6.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vrijwillig en onvrijwillig risico
Vrijwillig risico: je weet dat door een bepaalde keuze / actie er een kans op een negatieve gebeurtenis is, maar je doet het toch.
Onvrijwillig risico: je hebt er zelf geen (nauwelijks) invloed op.
Of iets een vrijwillig of onvrijwillig risico is, is niet altijd even duidelijk. Dit is vaak ook aan discussie onderhevig.

Slide 3 - Slide

TW verzekeraar
TO = premie x aantal verzekerden
Tk = risico (kans op schade x schade) x aantal verzekerden + extra kosten
TW = TO - TK

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Problemen met averechtse selectie
Om averechtse selectie tegen te gaan kan de verzekeraar:

  • Informatie verzamelen over verzekeringsnemers. Voorbeeld is medische achtergrond checken bij ziektekostenverzekeringen. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Oplossingen informatie asymmetrie
  • Verminderen informatieachterstand (bijvoorbeeld informatie inwinnen van tandartsen)
  • Doorvoeren premiedifferentiatie (hoe meer risico hoe hoger de premie)
  • Invoeren bonus malus systeem (geen schade melden, dan minder premie betalen)
  • Invoeren eigen risico (zelf een deel betalen voordat de uitkering komt)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

oplossingen
Averechts selectie vooraf, oplossing: informatie inwinnen, premiedifferentiatie of verplicht verzekeren.
Moral hazard speelt achteraf (je bent al verzekerd), oplossing: eigen risico of bonus malus.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Risico =
A
kans op schade + schade
B
kans op schade / schade
C
kans op schade x schade

Slide 17 - Quiz

Wat is in de tabel voor de verzekeraar de verwachte schade (risico) per verzekerde?
A
4
B
30
C
300

Slide 18 - Quiz

In 2016 gingen de Britten naar de stembus. Ze konden kiezen: moet Groot-Brittannië wel of niet in de EU blijven? Cora Verdamme, macro-economist bij KBC, was er gerust op. Zij verwachtte dat …A… ervoor zal zorgen dat de overgrote meerderheid vóór de EU zal stemmen.
A
onzekerheid
B
risico aversie
C
risico

Slide 19 - Quiz

Een grote transporteur heeft elk jaar te maken met een aantal gevallen van diefstal. Stel dat hij tachtig vrachtauto’s heeft waarvan jaarlijks tien vrachtauto’s te maken krijgen met diefstal van de vracht. De gemiddelde waarde van de gestolen vracht is € 25.000 per vrachtauto. Wat is dan de verwachte schade per auto per jaar?

Slide 20 - Open question

Hoos heeft naast alle uitkeringen aan schade nog € 20.000 aan vaste kosten.
Welke conclusie kun je trekken uit de gegeven informatie?
A
winst
B
verlies
C
break even

Slide 21 - Quiz

Welk voorbeeld is juist en kan passen bij de bron in het geval van toenemende averechtse selectie?
A
het risico daalt van 80 naar 60 euro.
B
het risico daal van 400 naar 300 euro.
C
het risico stijgt van 60 naar 80 euro.
D
het risico stijgt van 300 naar 400 euro.

Slide 22 - Quiz

Welk probleem wordt bestreden met een bonus-malussysteem? Kies het beste antwoord.
A
moreel wangedrag
B
averechtse selectie
C
beide problemen
D
geen van beide problemen

Slide 23 - Quiz

Wam heeft naast alle uitkeringen aan schade nog € 25.000 aan vaste kosten. Hoeveel bedraagt de winst?

Slide 24 - Open question

Wat moet er op plek A staan?
A
3%
B
0,25
C
0,75
D
2,25

Slide 25 - Quiz

Griekenland moet op zijn staatsobligaties
?% rente geven om een verwacht rendement te krijgen dat gelijk is aan Nederland.
A
4%
B
1%
C
0,75%
D
7,5%

Slide 26 - Quiz

Het renteverschil tussen veilige overheidsobligaties en de meer risicovolle bedrijfsobligaties stijgt. Beleggers willen een hogere …A… op bedrijfsobligaties, omdat ze bang zijn dat bedrijven failliet gaan.
A
averechtse selectie
B
moreel wangedrag
C
informatie assymetrie
D
risico premie

Slide 27 - Quiz

Piet: ‘Ik heb onlangs € 0,70 dividend per aangekocht aandeel van € 40 ontvangen. Niet best, maar op mijn spaarrekening krijg ik maar 0,8% rente. Dat had …A… procentpunt meer moeten zijn, wil de spaarrekening evenveel opbrengen als mijn aandelen.’
A
0,57
B
0,95
C
1,75
D
118,7

Slide 28 - Quiz

Vastgoedontwikkelaar WDP groeit snel. De helft van het bezit staat in Nederland, vandaar dat het bedrijf aan de Amsterdamse beurs genoteerd staat.
Welke bedrijfsvorm heeft WDP?
A
eenmanszaak
B
vof
C
bv
D
nv

Slide 29 - Quiz

Bij welke ondernemingsvorm zijn de eigenaren niet persoonlijk aansprakelijk voor de gemaakte schulden?
A
bv
B
zzp-er
C
eenmanszaak
D
vof

Slide 30 - Quiz