This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H5 Het weer.
Slide 1 - Slide
In welke fases kan water voorkomen?
Slide 2 - Open question
Als waterdamp verandert in water dan noem we dat:
A
verdampen
B
condenseren
C
smelten
D
Vervluchtigen
Slide 3 - Quiz
H6.2 Luchtdruk
Slide 4 - Slide
Atmosferisch druk
Wordt ook luchtdruk genoemd
Alle lucht die boven je is.
Slide 5 - Slide
Luchtdruk
in dampkring zit lucht, deze wordt ook door de aarde aangetrokken.
daardoor wordt op iedere vierkante centimeter een druk uitgeoefend van 10 N
druk van de lucht is dus 10 N/cm2
Slide 6 - Slide
Luchtdruk
druk op oppervlakte van 1 m2 is 100.000 N
1 Pa = 1 N/m2
Pa staat voor Pascal, eenheid van luchtdruk
100 Pa = 1 hPa
hectoPascal (hPa) is de eenheid die gebruikt wordt door meteorologen
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Luchtdruk
990 hPa = 80% kans op regen 1000 hPa = 70% kans op regen 1010 hPa = 40% kans op regen 1020hPa = 20% kans op regen 1030 hPa = 10% kans op regen Hoge luchtdruk = goed weer lage luchtdruk = slecht weer
Slide 10 - Slide
Barometer
Laat de plaatselijke luchtdruk zien
Gemiddelde druk op zeeniveau 1013 hPa
kan gemeten worden tussen tussen de 970 en 1050 hPa
Slide 11 - Slide
Werking barometer
in metalen doosje (wit op plaatje) is een erg lage luchtdruk
doosje wordt door luchtdruk ingedrukt
hoe verder ingedrukt, hoe hoger de luchtdruk in de buitenlucht