Woensdag 22/9

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Goedemorgen!

      Even lekker lezen....

        Vandaag eerste uur:

• Lezen in je boek
• Lesdoelen
  
• Herhaling zinsdelen & woordsoorten
• Herhaling voltooid deelwoord

         Dit was het huiswerk:

Leren: theorie, groene blokjes blz: 29 & 30

Maken: 

Opdracht 1 t/m 4, blz: 28 & 29

Opdracht 1 t/m 5 blz: 30 & 31

Boek mee voor je Boekverslag

          Nakijken:

Blz: 28 & 29: 1 t/m 4

Blz: 30 & 31: 1 t/m 5

Herhaling grammatica

Zinsdelen:

* Persoonsvorm en zinsdelen

Woordsoorten:

* Werkwoorden

Wat is de PV: De zanger zong het liefst zonder microfoon.

1. De zanger
2. microfoon
3. zong
4. liefst

Wat is het onderwerp:
In het weekeinde slaapt Malou vaak uit tot twaalf uur.

1. In het weekeinde
2. Malou
3. slaapt
4. twaalf uur

Wat is/zijn de werkwoord(en) in de zin: Wil jij hem op tijd waarschuwen?

1. Wil
2. hem
3. tijd
4. waarschuwen

        Aan de slag:

Ga naar Nieuw Nederlands online en maak de opdrachten:

• H1 werkwoorden: opdr. 6 - 7 - 8
• H1 persoonsvorm en zinsdelen: opdr. 6 - 7 - 8
• H2 onderwerp: opdr. 6 - 7 - 8

Taalverzorging

voltooid deelwoord

• Je weet dat een voltooid deelwoord een vorm van het werkwoord is die aangeeft dat iets klaar (voltooid) is.
• Je weet dat een voltooid deelwoord kan eindigen op -en of op -d of -t.

      We bekijken het volgende filmpje:

Het voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord.

Voltooid betekent dat iets klaar of afgelopen is.

Bijvoorbeeld:

Frits heeft zijn fietsband geplakt.

       Het voltooid deelwoord:

Het voltooid deelwoord eindigt op -en of op -d of -t.

Bijvoorbeeld:

gebroken, geschreven

gehoord, gemaakt

Als je een woord langer maakt, 

hoor je of je een -d of een -t moet schrijven.

       OPDRACHT:

Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord

dat tussen haakjes staat.

               Fouten maken mag, verbeter deze wel.

Tijmen heeft een lekkere appel _____. (schillen)

De gemeente heeft hier veldbloemen _____. (zaaien)

Heeft hij jou voor de gek _____? (houden)

Fleur is over een stoeptegel _____? (struikelen)

De wedstrijd is te laat _____. (starten)

In de tent naast ons werd de hele nacht _____. (snurken)

We hebben gisteren worstjes _____. (braden)

Luuk heeft de bal _____. (vangen)

De vrouw heeft vriendelijk naar hem _____. (knikken)

Björn heeft geld _____ van zijn vriend. (lenen)

Wat heb je geleerd:

• Je weet dat een voltooid deelwoord een vorm van het werkwoord is die aangeeft dat iets klaar (voltooid) is.
• Je weet dat een voltooid deelwoord kan eindigen op -en of op -d of -t.

Bezig met de Flyer!