H4 Stoffen

4.1 Stofeigenschappen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.1 Stofeigenschappen

Slide 1 - Slide

Lesdoel
4.1.1 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.
4.1.2 Je kunt met voorbeelden toelichten hoe je stoffen van elkaar kunt scheiden.
4.1.3 Je kunt beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.
4.1.4 Je kunt vijf stofeigenschappen noemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.

Slide 2 - Slide

voorkennis
Op de verpakking van voedingsmiddelen en cosmetica wordt altijd de samenstelling van het product vermeld. Wat heb je aan die informatie?

Slide 3 - Slide

Zuivere stoffen
Deze bestaan uit één soort moleculen. Zuiver water bestaat alleen uit watermoleculen.


Slide 4 - Slide

Suiker bestaat alleen uit suikermoleculen en is ook een zuivere stof.

Slide 5 - Slide

Mengsels
Cafeïne

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Filtreren en Indampen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Stofeigenschappen
Eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen;
- geur, kleur, smaak, kookpunt, smeltpunt, geleidbaarheid stroom, oplosbaarheid, dichtheid, hardheid.




Slide 12 - Slide

GEEN stofeigenschappen
Massa, volume, lekker, gewicht, lengte.

Hieraan kun je niet zien welke stof het is.

Slide 13 - Slide

Dichtheid bepalen
Dichtheid in 





dichtheid=volumemassa
cm3g

Slide 14 - Slide

Wat ga je maken?
4.1: 2, 3, 4, 5 en 9 van blz. 190

Slide 15 - Slide

4.2 Smeltpunt en kookpunt

Slide 16 - Slide

Gas, damp en vluchtig
Gassen zijn bij kamertemperatuur een gas
Dampen zijn bij kamertemperatuur vloeibaar
Sommige vloeistoffen zijn vluchtig: ze verdampen heel snel

Slide 17 - Slide

Smeltpunt
Temperatuur waarop een stof smelt, dus van vast naar vloeibaar gaat. EN ANDERSOM!


Slide 18 - Slide

Smeltpunt bepalen

Slide 19 - Slide

Kookpunt
Temperatuur waarop een stof van vloeistof naar een gas gaat. EN ANDERSOM!




Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat ga je maken?
4.1: 2, 3, 4, 5 en 9 van blz. 190
4.2: 2, 3, 4, 6, 9

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide



H = hazard (gevaar)
P = precaution (voorzorgsmaatregel)

Slide 25 - Slide

KCA
Klein chemische afval

Slide 26 - Slide

Wat ga je maken
4.3: 2, 3, 5, 7, 8

Slide 27 - Slide

Chemische reacties

Slide 28 - Slide

Chemische reacties
- Er ontstaan nieuwe stoffen
- NIET terug te draaien


Verbranden van methaan


Slide 29 - Slide

Ontledingsreacties

Slide 30 - Slide

Verbranden

Slide 31 - Slide

Corrosie
Veel metalen reageren met zuurstof: dit noem je corrosie. Hierdoor ontstaat roest.

Sommige metalen kunnen worden juist beschermd
doordat er een dun laagje corrosie ontstaat. Dan
kan er geen lucht meer bij.

Slide 32 - Slide

Wat ga je maken
4.4: 4, 5, 6, 7, 9, 10

Slide 33 - Slide