This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leg in 3 stappen (VSR) uit waarom er na verloop van tijd meer bruine dan gele vlinders zijn.
Slide 3 - Open question
De arm van een mens en de voorpoot van een hond
A
Homoloog
B
Analoog
Slide 4 - Quiz
Een vleugel van een vleermuis en een vleugel van een vogel
A
Homoloog
B
Analoog
Slide 5 - Quiz
Aan welk dier is de neushoorn volgens deze stamboom het meest verwant?
A
kangoeroe
B
nijlpaard
C
ringelrob
D
zebra
Slide 6 - Quiz
Stamboom slangen. Welk soort is als eerste ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
7
Slide 7 - Quiz
Aan welke groep zijn de gorilla's het meest verwant volgens de stamboom?
A
aan de apen van de nieuwe wereld
B
aan de orang-oetans
C
aan de chimpansees
D
aan de gibbons
Slide 8 - Quiz
Studiewijzer
Slide 9 - Slide
Studiewijzer
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem
Slide 14 - Quiz
A
Levensgemeenschap
B
Ecosysteem
C
Populatie
D
Individu
Slide 15 - Quiz
Ecosysteem
Levens-gemeenschap
Populatie
Slide 16 - Drag question
Behoren de Dwergtekkel en de Duitse dog tot dezelfde soort?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
Behoren rat en muis tot dezelfde soort?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
De Afrikaanse olifant (Loxodonta africana, links) en de Aziatische olifant (Elephas maximus, rechts) lijken heel erg op elkaar en toch ook weer niet! Ze behoren beide tot de familie van de Elephantidae. Behoren ze tot dezelfde soort? Behoren ze tot hetzelfde geslacht?
A
Zelfde soort en geslacht
B
Zelfde soort, verschillend geslacht
C
Verschillende soort, zelfde geslacht
D
Verschillende soort en geslacht
Slide 19 - Quiz
Waarvan is de foto hiernaast een voorbeeld?
A
Populatie
B
Seksuele selectie
C
Genetic drift
D
Een walrus
Slide 20 - Quiz
Wat is genetic drift?
A
Invloed van milieufactoren op de genetische variatie in een populatie
B
Organismen best aangepast aan hun omgeving geven genen door
C
Verschijnsel dat in kleine populaties door toeval grote verschuivingen in allel frequenties optreden
D
Het ontstaan van meerdere soorten door geografische scheiding
Slide 21 - Quiz
Heeft genetic drift meer invloed op een grote of een kleine populatie?