NUN 1F-2F Luisteren 2.2, 2 Instructieve teksten

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   april 2022

1 / 13
next
Slide 1: Slide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   april 2022

Slide 1 - Slide

Luisteren H.2 Verschillende tekstsoorten
2.1 Informatieve teksten
2.2 Instructieve teksten
2.3 Meningen en argumenten herkennen


2.2  Opdracht 1 wordt overgeslagen.

Slide 2 - Slide

H.2.2 Instructieve teksten
bijvoeglijk naamwoord  - instructief, instructieve
zelfstandig naamwoord - de instructie
werkwoord                   - instrueren

De chef instrueert met een instructieve demonstratie wat de werknemers moeten doen. Deze instructie staat ook op een filmpje.

Slide 3 - Slide

de instructie
kenmerken
- het onderwerp staat in de inleiding
- een aantal aanwijzingen
- stappen, vaak met vaste volgorde

- signaalwoorden van volgorde: eerst, dan .... ten slotte
- werkwoorden: pak, sluit, draai
(gebiedende wijs)

Slide 4 - Slide

een veel gebruikte instructie: de demonstratie

- iemand laat zien en horen wat je moet doen

Slide 5 - Slide

een instructie kan je beknopt samenvatten
- het onderwerp
- stappen in steekwoorden

koude tomatensoep
- pak een schaal
- open een blik tomaten
- doe de tomaten in de schaal
- pureer (de tomaten)
- ....

Slide 6 - Slide

p.131  Luisteren 2.2 Instructieve teksten
Individueel:
-Lees p. 131. Theorie over instructieve teksten
-Onderstreep onbekende woorden. 
Er staat een woordenlijst op BB.
-Wie heeft er nog vragen?
Gezamenlijk:
-p.132, opdracht 2. Lees nummer 1, 2 en 3.
-Bekijk het instructiefilmpje van opdracht 2 op het bord.
-Maak nummer 1, 2 en 3.
timer
6:00

Slide 7 - Slide

p.132, opdracht 2, nummer 1
1.   Het onderwerp van deze instructie is 
      'koelvloeistof controleren'.

2.   De instructie bestaat uit vier stappen.

3.   Ja, deze stappen moet je in een vaste volgorde uitvoeren.

Slide 8 - Slide

p.132, opdracht 2, nummer 4
Hoe weet je wat je nodig hebt?
timer
0:30
A
Dat zie je alleen.
B
Dat hoor je alleen.
C
Dat zie en dat hoor je.

Slide 9 - Quiz

p.132, opdracht 2, nummer 5
Bekijk het filmpje nog een keer.
Maak nummer 5, 6 en 7.


de voice-over - iemand praat maar we zien de                                   persoon niet

Slide 10 - Slide

p.132, opdracht 2, nummer 5
a. In het eerste deel vertelt een voice-over hoe je het peil van de koelvloeistof kunt controleren.

b. In het tweede deel demonstreert een man hoe je de koelvloeistof bijvult.

Slide 11 - Slide

p.132, opdracht 2, nummer 6
Deze instructie is bedoeld voor
timer
1:00
A
iedereen die .... koelstofreservoir dat lekt
B
voor mensen die zelf .....en bijvullen
C
voor monteurs die in een garage werken

Slide 12 - Quiz

p.132, opdracht 2, nummer 7
Wat moet je beslist niet doen?
timer
1:00
A
de auto waterpas zetten
B
de koelvloeistof bijvullen
C
water gebruiken
D
vooraf met de auto gaan rijden

Slide 13 - Quiz