Formuleren | Signaalwoorden en tekstverbanden

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel:
Aan het eind van de les kun je verbanden tussen zinnen aangeven door de juiste signaalwoorden te gebruiken

Slide 2 - Slide

Eerst vertellen:

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke signaalwoorden
ken je al?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Tekstverband

Opsomming
Signaalwoorden

Om te beginnen, ook, bovendien, en, daarnaast



Afgelopen weekend heb ik bij een vriendin gegeten en zijn we naar een café in Rotterdam gegaan. Ook heb ik haar nieuwe huis bewonderd. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Tekstverband

Tegenstelling
Signaalwoorden


Mijn vriend zegt dat hij hardcore muziek haat, maar hij danst altijd stiekem met mij mee. 
echter, maar, toch

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Tekstverband

Tijdsverloop
Signaalwoorden

Eerst, daarna, nadat, nu, later

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Maak een zin met het tekstverband tijdsverloop. Gebruik de signaalwoorden.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Tekstverband

oorzaak/gevolg


Signaalwoorden

daardoor, doordat
Vanmiddag heeft het heel hard geregend. Daardoor liepen de straten onder.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tekstverband

Reden
Signaalwoorden

omdat, namelijk, want, immers
Omdat Lupita een MacBook wilt kopen, spaart ze al haar geld wat ze verdient.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Tekstverband


Signaalwoorden

Bijvoorbeeld, zo, zoals
Sabine houdt van verschillende sporten, zoals tennis en basketbal.
Voorbeeld

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Tekstverband

Voorwaarde
Signaalwoorden

als, wanneer, tenzij
Ik ga met de fiets naar school, tenzij het regent

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Tekstverband

Conclusie 
of
Samenvatting
Signaalwoorden

daarom, dus, kortom, al met al
Frits heeft een lekke band, dus ik denk dat hij te laat op school komt.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Op welk tekstverband wijzen de signaalwoorden 'want' en 'omdat'?
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Tegenstelling
D
Reden

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Om welk tekstverband gaat het hier?

Ik kreeg een hapje en een drankje.
A
Opsomming
B
Reden
C
Oorzaak/gevolg
D
Tegenstelling

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

In welke zin is het tekstverband tegenstelling ?
A
Ik wil langskomen. Ik heb echter geen tijd.
B
Eerst ga ik sporten, daarna kom ik langs.
C
Ik heb tijd om langs te komen en ook veel zin.
D
Ik kom langs, omdat ik daar tijd voor heb.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Noteer het tekstverband en het bijbehorende signaalwoord:

Dit vakantiepark heeft een mooi zwembad. Daarnaast zijn er enkele whirpools.


Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Noteer het tekstverband en het bijbehorende signaalwoord:

Door de zware storm waren veel wegen in het land onbegaanbaar.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Noteer de signaalwoorden:

Als je op tijd bent, sta je in de basis; maar als je te laat bent, zit je op de bank.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Noteer de signaalwoorden (3x):

Joy eet geen granen, zoals tarwe en gerst. Ze heeft namelijk een glutenallergie.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken: opdracht 2,       blz. 233






Slide 22 - Slide

This item has no instructions