Les 1

Geldzaken les 1
1 / 46
next
Slide 1: Slide
ProjectBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Geldzaken les 1

Slide 1 - Slide

NODIG IN DEZE LES:
- tekenpapier (spreekwoorden)
- reclameblaadjes
- papier om op te schrijven
Waar denk jij aan bij de titel van het nieuwe project
Geldzaken?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Deze les
  • We leren hoe geld is ontstaan en hoe het gemaakt wordt.
  • We onderzoeken welke spreekwoorden met geld te maken hebben.
  • We hebben het over goede doelen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe denken jullie dat geld is ontstaan?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Waar werd het eerste echte muntgeld gemaakt?
A
China
B
Turkije
C
Zuid-Amerika
D
Griekenland

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waar werden de eerste munten van gemaakt?
A
nikkel en koper
B
aluminium
C
goud en zilver
D
ijzer

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waar betaalden mensen in Nederland mee rond 1200?
A
Florijn
B
Gulden
C
Euro
D
Centio

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Vanaf wanneer betalen we met de euro?
A
2000
B
2001
C
2002
D
2003

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt geld
gemaakt?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Grieks
Cyrillisch

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Spreekwoorden en gezegdes
De uitdrukking 'Hij zwemt in het geld' betekent dat iemand heel erg rijk is.
Maarrrrr... zou je echt in geld kunnen zwemmen?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Rijke stinkerd!
Deze uitdrukking is ontstaan doordat vroeger rijke mensen werden begraven onder de vloer van de kerk. De graven waren vaak niet goed afgesloten. 
Deze rijke mensen lagen daar weg te rotten en te stinken.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Ga in tweetallen / drietallen zitten, pak het werkblad en een pen. Schrijf zoveel mogelijk spreekwoorden op. Als de laatste is geweest, proberen jullie de betekenis bij zoveel mogelijk spreekwoorden erbij te schrijven. Doe het allemaal zo stil mogelijk!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

krijt

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Goede doelen
Veel mensen die het zelf goed hebben, geven geld aan goede doelen. We bespreken het volgende:
  1. Doen jouw ouders, of andere mensen om je heen dit?
  2. Welke goede doelen ken je?

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Schoolopdracht
* Welke andere spreekwoorden over geld kunnen jullie vinden?
Maak er tekeningen van. 
* Ga op zoek naar goede doelen die jou aanspreken. 
Maak in een document een top 5 voor jezelf, met daarbij de reden van jouw keuzes. Dit document noem je: 
'Goede doel .....(jouw naam)'. Deel het document met de juf. 




Slide 46 - Slide

This item has no instructions