This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
2.2 Revolutie in Frankrijk
Slide 1 - Slide
Wat moet je kennen?
Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen waarom de Franse Revolutie uitbrak
Je weet waarom de Franse Revolutie belangrijk was voor heel Europa
Je kunt uitleggen hoe Napoleon Bonaparte aan de macht is gekomen.
Slide 2 - Slide
Hoe bereik je het volk?
Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand.
Maar spotprenten? Die begreep iedereen!
Deze spotprenten werden meestal gemaakt door de bourgeoisie.
Geestelijkheid
De 1e stand
Adel
De 2e stand
De 3e stand
Alle mensen die niet bij de 1e of 2e stand horen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Onvrede binnen de derde stand!
1e/2e stand hadden veel privileges
Vrijstelling van belastingen
Heerlijke rechten
Heerendiensten
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
De koning stuurt het leger
De burgers zijn woedend...
Ze bestormen de gevangenis in Parijs: de Bastille
=> 14 juli 1789: de Franse Revolutie is begonnen!
Slide 13 - Slide
Kastelen en kloosters geplunderd. Eerste edelen ontvluchten het land (“émigrés”)
La grande peur
Ruïnes van de torens de oude abdij van Mont Saint-Eloi
Op een heuvel met uitzicht op Arras getuigen twee verminkte torens op de Mont Saint-Eloi van de grootsheid van een abdij die over de hele Artois uitstraalde.
De kerk doet tijdens de Franse Revolutie dienst als bouwmaterialenfonds. Alleen de witte torens en het portiek van de westelijke gevel blijven bewaard.
De grote angst
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Vrijheid en gelijkheid
Overal in Frankrijk brak de revolutie uit
De burgers schaften de standenmaatschappij af: iedereen was gelijk
Er kwam een grondwet:iedereen was vrij en gelijk
=> De macht kwam in handen van de burgers
=> Dit is een grote verandering voor iedereen: een revolutie
=> De Franse Revolutie =democratische revolutie
Slide 16 - Slide
Nieuwe grondwet
Opheffing oude hertogdommen/graafschappen, Nieuwe bestuurlijke indeling
Scheiding der machten
Afschaffing erfelijke adellijke titels
Opheffing kloosterordes
Slide 17 - Slide
Mislukte vlucht
Slide 18 - Slide
De koning onthoofd
De revolutie maakte van Frankrijk een ander land:
Er was een grondwet
De koning moest zich ook aan de grondwet houden => dit heet: Constitutionele Monarchie
Er was kiesrecht voor mannen
Na verkiezingen werd de monarchie afgeschaft, de koning werd ter dood veroordeeld ..... onder de guillotine.... net zoals heel veel andere mensen van adel.
Slide 19 - Slide
Marie Antoinette werd door het volk enorm gehaat.
Dit kwam vooral door haar luxe levensstijl en de
grote hoeveelheden geld die ze uitgaf aan
haar hofhouding, kleding en sieraden.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
De Terreur
1793-1794
De macht in Frankrijk komt in handen van de radicale Jakobijnen. Dit ten koste van de gematigde Girondijnen
Tijdens het Schrikbewind worden tienduizenden 'tegenstanders' van de Revolutie opgepakt en terechtgesteld.
De leider van de Jakobijnen is Robespierre.
Slide 22 - Slide
Einde aan De Terreur
zomer 1794
Steeds meer weerstand tegen Robespierre
Juli 1794: Arrestatie en terechtslling Robespierre
De nacht voor zijn onthoofding, doet hij een mislukte zelfmoordpoging.
Slide 23 - Slide
Directoire
1795-1799
Na De Terreur, en een korte burgeroorlog, willen de Fransen rust.
De regering, de Directoire ('Directie'), van 5 directeuren heeft echter vooral te maken met economische tegenslagen en is erg zwak.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Napoleon
De Franse Revolutie eindigde in een bloedbad, er brak chaos uit in het land
Daarom greep in 1799 generaal Napoleon Bonaparte de macht
Hij kroonde zichzelf tot keizer -> hij was een alleenheerser, net als de koning dat was
Napoleon schafte niet alles van de revolutie af: de grondwet bleef, godsdienstvrijheid en gelijkheid bleven
Napoleon veroverde een groot deel van Europa
Zo werden de ideeën van de Franse Revolutie door heel Europa verspreid.
In 1815 werd Napoleon verslagen in de Slag bij Waterloo (ligt in België)
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Staatsgreep Napoleon
november 1799
Generaal Napoleon Bonaparte is klaar met de zwakke Directoire en zet hen af.
Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.
Slide 28 - Slide
"De koning heeft alle macht" Welk begrip hoort hierbij?
A
abolutionisme
B
nationalisme
C
feminisme
D
absolutisme
Slide 29 - Quiz
Welke koning is dit?
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk XV
C
Lodewijk XVI
D
Napoleon
Slide 30 - Quiz
Wie is de Franse koning in 1789?
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk XV
C
Lodewijk XVI
D
Lodewijk XVII
Slide 31 - Quiz
Wie vocht er voor je veiligheid vóór de Franse revolutie?