Identiteit, je kunt er niet omheen, iedereen is anders en heeft een eigen mening. Een les over identiteit kan een waardevolle bijdrage zijn voor zowel de docent, als de leerlingen. Maar hoe behandel je in de klas identiteit op een manier waarbij leerlingen niet meteen met hun ogen rollen of gapend over de tafel hangen? Met deze les dus!
Kernwoorden: Identiteit | Imago | Eigenschappen
Instructions
Benodigdheden:
Voor iedere leerling een geprinte handout (zie bijlage).
Items in this lesson
Opstart project Wie ben ik?
Wie ben jij ?
Kennen wij elkaar?
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Slide 2 - Slide
Identiteit, je kunt er niet omheen, iedereen is anders en heeft een eigen mening. Een les over identiteit kan een waardevolle bijdrage zijn voor zowel de docent, als de leerlingen. Maar hoe behandel je in de klas identiteit op een manier waarbij leerlingen niet meteen met hun ogen rollen of gapend over de tafel hangen? Als we het hebben over identiteit kom je snel op de beladen onderwerpen religie, afkomst en verschillen in normen en waarden. Dat zijn natuurlijk belangrijke onderwerpen maar wat zeggen die dingen nou eigenlijk over wie je dag in dag uit bent in de klas?
Hokjes denken
In welke hokjes denk jij?
15 min
Slide 3 - Slide
Bespreek met de klas dat je, zonder dat je er iets aan kunt doen, altijd bij een groep past. Of je nou wil of niet, mensen kunnen je altijd in een hokje stoppen.
In de klas hebben we ook hokjes: we zijn allemaal tussen de 12 en 20 jaar oud, gaan naar dezelfde school en hebben waarschijnlijk allemaal een mobiele telefoon.
Ga bij iedere vraag staan
bij het groepje waar je bij hoort.
Slide 4 - Slide
Start de Hokjestest! Stel de klas een aantal vragen en laat ze zichzelf ‘groeperen’. Begin met duidelijke groepen zoals haarkleur of wel of geen sneakers en ga steeds een stapje verder zodat het steeds moeilijker wordt om je groepsgenoten te vinden.
TIP: Je kunt ook kiezen voor de vorm 'Staan/Zitten', waarbij je steeds vragen stelt met maar twee antwoordmogelijkheden. Zoals: lichte of donkere haarkleur, jonger/ouder dan 14 jaar, draagt wel/niet sneakers vandaag, etc.
Vraag 1:Leeftijd
Wie is er 11 jaar? 12 jaar? etc.
Slide 5 - Slide
Voel je vrij om de vragen zelf te bedenken!
Toch houd je de vragen in deze fase nog redelijk oppervlakkig; het gaat om uiterlijkheden en dingen die iedereen wel weet van elkaar. De groepjes moeten zich makkelijk en met weinig overleg kunnen vormen.
Vraag 2: Woonplaats
Wie woont er in Geldrop ? En wie in Eindhoven? En wie in Heeze? En wie in Waalre etc.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Vraag 3: 'Kleding'
Wie draagt er sneakers?
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Vraag 3: 'Kleding'
Wie draagt dezelfde kleur shirt?
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Vraag 4: Naam
Wiens naam begint met een ... ?
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
Vraag 5: Jullie beurt
Verzin met jouw eigen 'lettergroepje' nog 5 vragen!
In welk hokje pas jij?
Slide 10 - Slide
Voel je vrij om de vragen zelf te bedenken!
Toch houd je de vragen in deze fase nog redelijk oppervlakkig; het gaat om uiterlijkheden en dingen die iedereen wel weet van elkaar. De groepjes moeten zich makkelijk en met weinig overleg kunnen vormen.
Ok, met de buitenkant ben je
dus steeds in een 'hokje' te
plaatsen.
Maar hoe zit dat met de
binnenkant...?
Slide 11 - Slide
This item has no instructions
Kun je op de binnenkant ook
zo makkelijk een label plakken?
Keer jezelf inside out!
5 min
Slide 12 - Slide
Deel het werkblad: inside out uit.
De leerlingen kiezen individueel drie woorden die ze voor zichzelf belangrijk vinden of die ze bij zichzelf vinden passen. Deze schrijven ze op in het 'Ik-vak'.
Inside Out
Schrijf 5 eigenschappen op die het beste bij jou passen.
5 min
Slide 13 - Slide
Deel het werkblad: inside out uit.
De leerlingen kiezen individueel drie woorden die ze voor zichzelf belangrijk vinden of die ze bij zichzelf vinden passen. Deze schrijven ze op in het 'Ik-vak'.
De leerlingen kiezen individueel drie woorden die ze voor zichzelf belangrijk vinden of die ze bij zichzelf vinden passen. Deze schrijven ze op in het 'Ik-vak'.