week 9: Les 2.1: Writing H1 + grammar basic rules

KD ENG BBL Lesson 7
  • Writing H1 notes and forms
  • Grammar spelling basic rules
  • Opdrachten in NU Engels

1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1-3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

KD ENG BBL Lesson 7
  • Writing H1 notes and forms
  • Grammar spelling basic rules
  • Opdrachten in NU Engels

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Writing: H1 Notes and forms
A1 Filling in forms

Algemene informatie H1:
  • Zorg ervoor dat je beknopt maar krachtig schrijft
A1 Filling in forms:
  • Hoe vul je een formulier in + handige woorden

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Een formulier invullen
  • Zorg dat je begrijpt wat je moet invullen. Twijfel? > woordenboek.
  • Vul de gevraagde informatie correct en duidelijk in.
  • Hou je antwoorden zo kort en duidelijk mogelijk.
  • Als er om een toelichting wordt gevraagd, schrijf dan in je eigen woorden op wat er is gebeurd of waarom je iets wilt of vindt.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe schrijf je de datum in het Amerikaans/ Brits?
timer
1:00

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat betekenen AM en PM als je de tijd aangeeft?
timer
1:00

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent ''surname''
A
Voornaam
B
achternaam
C
Mannen naam
D
Doopnaam

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal:
Marital status
timer
1:00

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Marital status
  • (Un)married (and not separated)
  • Widowed (including living common law) 
  • Separated (including living common law) 
  • Divorced (including living common law) 
  • Single 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat vul je hier in?
Date of purchase:
timer
1:00

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Grammar: Basic rules spelling
Belangrijke Engelse spellingsregels.
  
Bijvoorbeeld:
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -f, krijgen meestal -ves in het meervoud.
thief - thieves
wolf - wolves

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat komt aan bod
  • woorden eindigend op een sisklank
  • woorden eindigend op -o
  • woorden eindigend op -f of -fe
  • woorden eindigend op -y
  • werkwoorden eindigend op -ie
  • woorden eindigend op een stille -e

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

woorden eindigend op een sisklank
Na een sisklank
(-s / -ch / -sh / -x)
krijgt een woord -es (in plaats van -s).


meervouden
bus - buses
match - matches
werkwoorden
He misses her.
She touches the wall

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Woorden eindigen op -o
Na -o krijgt een aantal woorden (maar niet alle) -es in plaats van -s.

meervouden
cargo - cargoes
hero - heroes
werkwoorden
He does
He goes

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Woorden die eindigen op -o
Let op! De volgende zelfstandige naamwoorden hebben een regelmatig meervoud (op -s): 
photo - photos
piano - pianos
kilo - kilos
disco - discos
memo - memos

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Woorden eindigend op -f of -fe

Na -f / -fe krijgt een aantal woorden -ves in het meervoud (in plaats van -s).

 

meervouden
Calf - calves
knife - knives
-self wordt -selves in samenstellingen: themselves, ourselves, yourselves

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Woorden eindigend op -y
Na een medeklinker verandert -y in -ie.
meervouden
Lady - ladies
party - parties
werkwoorden
to try - he tries, he tried
to cry - she cries, she cried

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Woorden eindigend op -y
Na een medeklinker verandert -y in -ie.
rangtelwoorden
Twenty - twentieth
Trappen van vergelijking
easy - easier - easiest

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Woorden eindigend op -y
Extra uitleg: het woord lady eindigt op een y. Deze y staat na een medeklinker: d. Daarom is het meervoud: ladies.

Let op!
Na een klinker (a, e, i, o, u) verandert de -y niet:
meervouden: boy - boys, day - days
werkwoorden: to play - he plays, he played


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is het meervoud van:
bus - match - wish

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Wat is het meervoud van:
cargo - hero - potato

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wat is het meervoud van:
calf - thief - shelf

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Wat is het meervoud van lady?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Vul de missende werkwoorden in:
to try /he (tt)... /he (vt)...
to cry /she (tt).../ she (vt) ...

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Werkwoorden eindigend op -ie

De -ie aan het eind van een werkwoord verandert in -y bij de ing-vorm.
Extra uitleg: dus niet -ieing, maar -ying.


ing-vormen
to lie - lying
to die - dying

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Woorden eindigend op een stille -e
De stille -e valt weg bij: -er / -est -ed -ing
Extra uitleg: Share op de standaardmanier in de verleden tijd zou share + ed = shareed zijn.
trappen van vergelijking
simple - simpler - simplest

werkwoorden
to share: shared, sharing

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

He is (to lie) to his parents.
She is (to try) to finish her homework.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Hoe maak je de trap van vergelijking voor het woord ''simple''?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Homework
Writing:
  • 0 self assessment
  • H1 Notes and forms > A1 Filling in forms
Grammar:
  • Spelling 1: Basic rules



Slide 30 - Slide

https://www.spelletjesplein.nl/engels/