Taak C

WELKOM!


Nederlands

Blok 3
Vrijdag 3 november 2023
- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

WELKOM!


Nederlands

Blok 3
Vrijdag 3 november 2023
- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten!

Slide 1 - Slide

Lesoverzicht
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?

Slide 2 - Slide

Verwachtingen
Tijdens de les:

- ben je stil als een ander de beurt heeft
- doe je actief mee
- zit je op je plek
- let je op jezelf
- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
- Terugblik
- Doel van deze les
- Startopdracht
- Instructie
- Aan de slag
- Afsluiting

Slide 4 - Slide

Terugblik
- Welke informatie kun jij van dit
bord aflezen?

Slide 5 - Slide

Doel van deze les
Ik weet:
- Op welke manier ik een vraag kan stellen aan iemand die ik niet ken.
- Wat een controlevraag is.
- Wat een vervolgvraag is.

Ik kan:
- Controlevragen stellen.
- Vervolgvragen stellen.

Slide 6 - Slide

Startopdracht
Werkboek blz. 125-126
* Opdracht 1 

Gespreksregels
- Steek je vinger op als je iets wilt zeggen.
- Laat elkaar uitpraten.
- Luister naar elkaar.
- Blijf vriendelijk.

Slide 7 - Slide

Instructie
Stappenplan vragen stellen
1. Bedenk wat je wilt weten.
2. Bedenk aan wie jij je vraag gaat stellen.
3. Bedenk of je het beste 'je' of 'u' kunt zeggen.
4. Bedenk welke vraag je gaat stellen.
5. Ga na of het uitkomt dat jij nu je vraag stelt.
6. Stel je vraag.


blz. 126

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Instructie
Belangrijke gespreksregels
- Kijk de ander aan.
- Gebruik nette en beleefde taal.
- Laat de ander uitpraten.
- Zorg dat de ander je goed kan verstaan: spreek duidelijk.


blz. 128

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

          Instructie
Controlevragen stel je als je niet zeker weet of je het antwoord goed begrepen hebt.
Je kan:
- Herhalen wat de ander heeft gezegd.
- Samenvatten wat de ander heeft gezegd en vragen of dit klopt.

Soms begrijp je een antwoord niet of wil je meer weten, dan stel je een vervolgvraag. Je vervolgvraag is een open vraag. Hiervoor kun je de vraagwoorden wie, wat, waar, waarom, hoe en wanneer gebruiken.

blz. 130 + blz. 132/133

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Maken
blz. 131 - opdr. 4
blz. 133/134 - opdr. 5

Klaar?
* werkboek op de hoek van je tafel
- Studiemeter 
- Squla (taal, spelling, begrijpend lezen)
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Afsluiting
blz. 137 - terugkijken

Slide 14 - Slide