Lesson 20 26-11-24

Engels
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Engels

Slide 1 - Slide

Today...
- Planning
- Chapter 1 finish t/m G
- Get to work: finish t/m G
- Blooket
- Next lesson

Slide 2 - Slide

Planning
SOMToday: SO Chapter 1 is donderdag 28 November

Slide 3 - Slide

Get to work
- Getting started - A - B - C -D -E (moet al af zijn)
- F listening
- G reading

Klaar?
- Leer de woordjes voor donderdag

Slide 4 - Slide

Woordjes leren
StudyGO/WRTS/Blooket/etc.

Slide 5 - Slide

Next lesson...(planda)
- ...make sure you can finish the chapter
- Revise (leer) the vocabulary of this chapter (zie SOMToday voor SO)

Slide 6 - Slide

Look around you...
is everything tidy?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Grammar
Je gebruikt de past simple (I walked in Amsterdam yesterday) om te praten over het verleden. De actie of gebeurtenis is gestopt. Er is geen link naar het nu.
TIP! Je gebruikt de past simple vaak met woorden als last Friday, ago, data in het verleden, yesterday (handig om te onthouden: de eerste letters van deze stukjes vormen het woord ‘lady’).
Om de past simple te maken, voeg je -(e)d toe aan het werkwoord.
I walked home last Friday.
My mum liked my new swimsuit.

Slide 9 - Slide

Yesterday we ___ (walk) to school.

Slide 10 - Open question

Two weeks ago he ____ (bake) a cake.

Slide 11 - Open question

Uitzondering 1
Als het werkwoord eindigt op één klinker + één medeklinker (zoals plan of stop), dan verdubbel je die medeklinker als je -ed toevoegt.
(stop) He stopped to take a picture.

Slide 12 - Slide

The group _____ (plan) their school trip themselves.

Slide 13 - Open question

A few days ago she finally ____ (stop) complaining about the cold weather.

Slide 14 - Open question

Uitzondering 2
Als het werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, zoals try of dry, dan vervang je de -y door -ied om een past simple te maken.
(try) I tried to climb a mountain.

Slide 15 - Slide

He ___ (cry) because his team lost yesterday.

Slide 16 - Open question

I ____ (try) my best, but unfortunately I did not succeed.

Slide 17 - Open question

Onregelmatige werkwoorden

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide