Argumenteren deel 2

Argumenteren deel 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Argumenteren deel 2

Slide 1 - Slide

Vorige les: 5 drogredenen
Generalisatie
Verkeerde vergelijking
Onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
Onjuist beroep op autoriteit
Cirkelredenering

Slide 2 - Slide

Typ hier een generalisatie:

Slide 3 - Open question

Ik vind dat de directeur meteen mijn mail moet beantwoorden, want ik ben dus ook gewoon op zondag bezig met school.
A
Dit is een generalisatie.
B
Dit is een verkeerde vergelijking.
C
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie.
D
Dit is een cirkelredenering.

Slide 4 - Quiz

Volgens Andrew Tate bestaat een depressie niet, het is een bedacht idee om je mannelijkheid te verwoesten.
Doordat Andrew Tate zoveel trappen tegen zijn hoofd heeft gekregen tijdens zijn kickbokscarrière, heeft hij zulke rare denkbeelden over vrouwen.
Onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
Onjuist beroep op autoriteit

Slide 5 - Drag question

Mooie mensen krijgen meer kansen in het leven dan lelijke mensen, omdat ze aantrekkelijk zijn.
A
Dit is een cirkelredenering.
B
Dit is geen cirkelredenering.

Slide 6 - Quiz

5 nieuwe drogredenen:
Vals dilemma
Persoonlijke aanval
Ontduiken van de bewijslast
Bespelen van het publiek
Beroep op traditie


Slide 7 - Slide

Vals dilemma
Je doet alsof er maar 2 keuzes mogelijk zijn, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is.
Voorbeeld: "Lever je je schrijfopdracht niet in? Nu zal je je diploma niet halen en de rest van je leven vakken moeten vullen."

Slide 8 - Slide

Maak het valse dilemma af:
Niemand weet hoe de stenen bij Stonehenge op hun plek zijn gekomen, ...
A
de wetenschap staat dus voor een raadsel.
B
het moeten dus wel aliens geweest zijn.

Slide 9 - Quiz

Persoonlijke aanval
Iemand persoonlijk belachelijk maken, terwijl je geen goed argument hebt.
Voorbeeld: "Wat weet iemand die dit soort schoenen draagt nou van vrouwen versieren?"
"Jij haalt altijd een 3 voor Javascript, dus je weet niets van programmeren."

Slide 10 - Slide

Geef hier een voorbeeld van een persoonlijke aanval gebruikt als drogreden.

Slide 11 - Open question

Ontduiken van de bewijslast
Er wordt gedaan alsof jouw argument een algemene waarheid is waar geen bewijs voor nodig is: 
"Iedereen weet toch dat je vrouwen niet kan vertrouwen?"
of:
Je tegenstander moet het maar bewijzen: 
"Geef me één goede reden waarom ik nog naar school zou gaan?!"

Slide 12 - Slide

Bespelen van het publiek
Je publiek zal niet snel tegen je redenering in durven te gaan, omdat ze zichzelf dan negatief neerzetten:
" Jullie zijn natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen!"
"Als intelligente mensen onder elkaar weten jullie natuurlijk wel dat BBB stemmen geen goed idee is."

Slide 13 - Slide

"Dit weet iedereen, dat hoef ik niet uit te leggen."
A
Dit is het bespelen van het publiek.
B
Dit is het ontduiken van de bewijslast.

Slide 14 - Quiz

Beroep op traditie
'Argumentum ad antiquitatum'
Iets is een argument omdat het al zo lang bestaat:
"Iedereen moet ooit trouwen, want het traditionele gezin is de hoeksteen van de samenleving."

Slide 15 - Slide

Op grond van de Bijbel heeft de vrouw geen kiesrecht, want dat is in strijd met de roeping van de vrouw.
A
Dit is een beroep op traditie
B
Dit is een generalisatie
C
Dit is het bespelen van het publiek
D
Dit is een vals dilemma

Slide 16 - Quiz

Maak af met een beroep op traditie: "Zwarte Piet moet zwart blijven ..."

Slide 17 - Open question

Maak af met een cirkelredenering: "Zwarte Piet moet zwart blijven ..."

Slide 18 - Open question

Maak af met een onjuist beroep op autoriteit: "Zwarte Piet moet zwart blijven ..."

Slide 19 - Open question

Maak af met het bespelen van het publiek: "Zwarte Piet moet zwart blijven ..."

Slide 20 - Open question

Eindstand

Slide 21 - Slide

Toets Hoofdstuk 6
tweede week periode 4

Slide 22 - Slide