1-1 Introductieles en krachten

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Introductieles en krachten

(blz. 8)

Bluetooth 

- AAN

- VPN uit

Benodigdheden

- Boek en schrift

- Pen, potlood

- Rekenmachine

- iPad

Cijfer

- NEE

Lessonup

- JA

Tassen in

de tassenkast

Telefoons in de telefoontas

LESSONUP:

- Download de lessonup app in de appstore.

- Registreer en voeg de klascode in:

A3A - dfonf

C3A - vslxd

Google classroom

A3A - rb0r9g

C3A - lnyorn

Lesdoelen:

• Regels bespreken. 
• Noem de drie dingen die krachten kunnen doen.
• Noem de twee soorten vervorming. 
• Leg uit welke vervorming werkzaam is.
• Noem de soorten krachten.
• Bereken de zwaartekracht.

Regels

• We respecteren elkaar 
  
• We houden de klas schoon 
  

       - We eten niet in de klas

       - Je mag wel een flesje water bij je hebben

• We doen ons best 
  

      - Wees voorbereid voor een les

      - Lever je beste inzet

Wat heb je nodig in elke les:

• Schrift A4 blokjes, boek, tijdens alle klassen, ook als je een toets moet maken.
  
• Voor jezelf is het slim om een map te hebben waar je toetsen in kan bewaren (of maak er een fotootje van op je telefoon).
  

• REKENMACHINE, een Casio!! Je mag niet je mobiel of tablet als rekenmachine gebruiken want je moet leren om je rekenmachine te gebruiken in de klas. 
  
• Schrijfspullen, zoals een pen, potlood en liniaal.
• Soms heb je een geodriehoek of een passer nodig, dus neem het mee.
  

Netheid

• Begin een nieuwe les met een titel en datum in je schrift, en eindig een les met een streep. 
  
• Schrijf met een blauwe of zwarte pen, en maak altijd diagrammen en grafieken met potlood. 
  
• Je krijgt een cijfer voor je schrift.
  

Krachten kunnen drie dingen doen:

• Snelheid van een voorwerp veranderen
  
• Richting van een voorwerp veranderen
  
• Vorm van een 

       voorwerp 

       veranderen

Er zijn twee soorten vervorming

• Elastische vervorming: 

       Oorspronkelijke vorm van 

       voorwerp komt weer terug

• Plastische vervorming: 

       Een voorwerp wordt blijvend 
       vervormd.

Soorten krachten:

•  Spierkracht
  
•  Veerkracht
  

• Spankracht
• Kleefkracht 
• Zwaartekracht
  
•  Magnetische kracht
• Wrijvingskracht: luchtwrijving en rolwrijving

Krachten worden met een krachtmeter in Newton gemeten.

F​spier​​

F​v​​

F​span​​

F​kleef​​

F​z​​

F​w​​

Zwaartekracht berekenen:

Om de zwaartekracht op een voorwerp te berekenen gebruik je de formule 

F = mg 

Waar g = 9.8 N/kg

Zwaartekracht berekenen

Als je de massa van een voorwerp hebt in kg, 

dan kan je de zwaartekracht berekenen met:

massa x 9.8

Voorbeeld 1

Wat is de zwaartekracht van een voorwerp met een massa van 550 gram?

Voorbeeld 2

Als de zwaartekracht op een voorwerp 900 N is, wat is de massa van dit voorwerp?

Wat voor soort
vervorming is
hier te zien

1. Elastische vervorming
2. Plastische vervorming

Wat voor soort
vervorming is
hier te zien

1. Elastische vervorming
2. Plastische vervorming

Wat voor soort vervorming is hier te zien?

1. Elastische vervorming
2. Plastische vervorming

Wat is NIET een effect van krachten:

1. Snelheid verhogen
2. Richting veranderen
3. Vorm veranderen
4. Voorwerpen aantrekken

Wat is NIET een soort kracht?

1. Spierkracht
2. Massakracht
3. Magnetische kracht
4. Veerkracht

Waarmee meet je krachten?

1. Liniaal
2. Krachtmeter
3. Newton schaal
4. Op gevoel

In wat voor eenheid moet massa zijn om kracht te berekenen?

1. ton
2. kg
3. g
4. mg

Wanneer deel ik met 9,8 en wanneer vermenigvuldig ik met 9,8?

Wat is de zwaartekracht op een tennisbal van 56 gram?

1. 548,8 N
2. 5,7 N
3. 0,549N
4. 0,57N

Wat is de massa van een hert met een zwaartekracht van 2 499 N?

1. 255 kg
2. 2,55 kg
3. 24 490 kg
4. 24,49 kg

Maak opgaven 2 (blz. 12)

Maak opgaven 4 (blz. 12)

Wat heb je
vandaag geleerd?

Samenvatting:

• Krachten kunnen de snelheid, richting 

     en vorm van een voorwerp veranderen.

• Bij elastische vervorming keert voorwerp terug naar de oorspronkelijke vorm en bij plastische vervorming blijft een voorwerp vervormd.
• Soorten krachten: Spierkracht, veerkracht, zwaartekracht en magnetische krachten.

F=ma