8.12 Chapter 2 E Present Perfect

Shirak
Bink
Mirthe
Chenoa
Noortje
Lauren
Thijmen 
Siar
Jayden
Kalle
Mats
Mart
Berkay
Mohammed 
Meryam
Asude
Patricia 
Charlotte
Rianne
Emily
Yas-lynn
Hoda
Aya
Talin
Britt
Markus
Seating chart  2B
Teacher 
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Shirak
Bink
Mirthe
Chenoa
Noortje
Lauren
Thijmen 
Siar
Jayden
Kalle
Mats
Mart
Berkay
Mohammed 
Meryam
Asude
Patricia 
Charlotte
Rianne
Emily
Yas-lynn
Hoda
Aya
Talin
Britt
Markus
Seating chart  2B
Teacher 

Slide 1 - Slide

Homework
Ex. 28 E p. 101
Ex. 29 A,B  p. 101





Slide 2 - Slide

Ex 28 E

Slide 3 - Slide

Ex 29B

Slide 4 - Slide

Have you reached the goal?
Do the test on the next slide, share your score with me.
Done? Do slim stampen grammar 3a,b

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Countries and cultures ex 34 together 

Slide 7 - Slide

Past Simple / Present Perfect

Slide 8 - Slide

Aan het einde van de les:
* Weet je het verschil tussen de Past Simple en de Present Perfect
* Weet je welke signaalwoorden bij welke tijd horen
* Kun je in een zin de goede tijd (Past Simple of Present Perfect) invullen

Slide 9 - Slide

Wanneer gebruik je de Past Simple?
Bij activiteiten/gebeurtenissen in het verleden
die afgelopen zijn.
Vaak staat er bij wanneer iets gebeurde.

I broke my leg in 2014
I met my boyfriend last summer


Slide 10 - Slide

Past simple
Vorm:
Regelmatige ww: + ed
Onregelmatige ww: 2e rijtje

Slide 11 - Slide

Signaalwoorden past simple
LADY
Last
Ago
Date
Yesterday

Slide 12 - Slide

Wanneer gebruik je de Present Perfect?

* bij gebeurtenissen in het verleden die nu nog bezig zijn
* bij ervaringen in het verleden
* je merkt nu resultaat van acties in het verleden

I can't run, I have broken my leg. (been is nog steeds gebroken)
I have known my boyfriend for 5 days. (je kent hem nog steeds)
I have been to London six times. (ervaring)

Slide 13 - Slide

Present Perfect
Vorm:
to have (has of have) + VD
VD regelmatige ww: + ed
VD onregelmatige ww: 3e rijtje

Slide 14 - Slide

Signaalwoorden present perfect
Fijne Jas
For, Yet, Never, Ever, Just, Always/Already, Since
+
How long
Recently
Lately

Slide 15 - Slide

Past simple
Present perfect
since
just
recently
already
ever
not yet
so far
lately
a day ago
in 2019
the other day
last week
yesterday

Slide 16 - Drag question

We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 17 - Quiz

We have known each other for three years now.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 18 - Quiz

Er zit een belangrijk verschil tussen de past simple en de present perfect. Sleep de tijd naar de regel die erbij hoort.
Iets is in het verleden begonnen en het resultaat is nog steeds merkbaar.
Iets is in het verleden begonnen en afgerond. Het is helemaal klaar.
Iets is in het verleden begonnen en is nog steeds zo. Het is onveranderd.
Past simple
Present perfect
Present perfect

Slide 19 - Drag question

I ...... that film yet.
A
didn't see
B
haven't seen

Slide 20 - Quiz

He ..... there yesterday morning.
A
went
B
has gone

Slide 21 - Quiz

........ to Paris yet?
A
Did they go
B
Have they been

Slide 22 - Quiz

....... her for three years.
A
I didn't see
B
I haven't seen

Slide 23 - Quiz

He ..... there since 2015
A
lived
B
has lived

Slide 24 - Quiz

I .... him an hour ago.
A
saw
B
have seen

Slide 25 - Quiz

I .... him a present on his birthday
A
gave
B
have given

Slide 26 - Quiz

I .... in London in 2016
A
lived
B
have lived

Slide 27 - Quiz

...... yesterday?
A
Did your cat die
B
Has your cat died

Slide 28 - Quiz

He ...... to Paris last week
(fly)

Slide 29 - Open question

We .... the party last Friday
(not enjoy)

Slide 30 - Open question

Where .... you this morning?
(to be)

Slide 31 - Open question

Where is John? I ..... him yet.
(not see)

Slide 32 - Open question

He .... home late last night
(come)

Slide 33 - Open question

We ..... to France last summer
(go)

Slide 34 - Open question