Oefentoets Voortplanting 2 tm 5

Oefentoets voortplanting
Basisstof 2 tm 5
&
Suzanne met de mooie ogen!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets voortplanting
Basisstof 2 tm 5
&
Suzanne met de mooie ogen!

Slide 1 - Slide

De levensfase van een puber is van
A
0-1,5 jaar
B
12-17 jaar
C
6-12 jaar
D
17-21 jaar

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van levensfasen.
A
Baby, peuter, kleuter, kind, adolescent, puber, volwassene, ouder
B
Baby, kleuter, peuter, kind, puber, adolescent, volwassene, ouder
C
Baby, peuter, kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene, ouder
D
Baby, kleuter, peuter, kind, adolescent, puber, volwassene, ouder

Slide 3 - Quiz

Wat is jouw volgende levensfase?
A
kind
B
adolescent
C
puber
D
bejaarde

Slide 4 - Quiz

Een baby wordt meteen na de geboorte gecheckt op 5 punten waar ze 10 punten op kunnen scoren. Hoe heet deze score?
A
Babyscore
B
Pandanscore
C
Treviscore
D
Apgarscore

Slide 5 - Quiz

Bekijk tabel 1. Lucie is geboren! De verloskundige onderzoekt haar en bepaalt de Apgarscore. Ze heeft een roze kleur, een hartslag van 90 slagen per minuut, ze hoest, ze beweegt haar armen en benen en ze haalt langzaam adem.
Welke Apgarscore krijgt Lucie?

A
6
B
8
C
7
D
9

Slide 6 - Quiz

Wat is een primaire geslachtskenmerk?
A
Bredere heupen
B
Hoge stem
C
Vagina of Penis
D
Kleine voeten

Slide 7 - Quiz

Secundaire geslachtskenmerken:
A
heb je al bij de geboorte
B
krijg je in de puberteit
C
krijg je als je volwassen bent

Slide 8 - Quiz

In figuur 4 zie je een schematische tekening van het voortplantingsstelsel van de vrouw. Welke geslachtsorganen worden er bedoeld met de onderstaande beschrijvingen? Sleep beschrijving naar de juiste nummers.

Hierdoor verlaat urine het lichaam.
Hierin ontwikkelen de eicellen. 
Hierin groeit het baarmoederslijmvlies. 
Hieruit komt bloed tijdens de menstruatie. 
Hier verzamelt zich urine. 
Vervoeren van eicellen naar de baarmoeder. 

Slide 9 - Drag question

In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan vijf organen aangegeven met een cijfer.

Sleep de onderstaande namen achter het juiste cijfer
teelbal
zwellichaam
prostaat
zaadblaasje
bijbal

Slide 10 - Drag question

Sleep de begrippen naar de juiste vakjes
Ovulatie
Menstruatie
Menstruatie

Slide 11 - Drag question

Een condoom kun je:

A
tegen zwangerschap
B
tegen een soa
C
tegen zwangerschap en soa's

Slide 12 - Quiz

Sleep de soa's naar de juiste beschrijving
Aids
Chlamydia
Deze soa veroorzaakt vooral ontstekingen bij de anus, baarmoedermond en de urinebuis
Bij deze soa is de afweersysteem aangetast. Een persoon kan gevoelig zijn voor allerlei ziekten, zoals darm-en longontstekingen of huidkanker

Slide 13 - Drag question

Welke uitspraken over het condoom zijn juist? En welke onjuist?
Juist
Onjuist
Het condoom is een voorbehoedsmiddel dat ook tegen soa's beschermt.
Het condoom is 100% betrouwbaar.
Het condoom voorkomt dat sperma bij een rijpe eicel kan komen.
Als je twee condooms over elkaar heen gebruikt, ben je beter beschermt.

Slide 14 - Drag question

Wat is de volgorde van een zwangerschap en bevalling?
Innesteling 
Groei embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 15 - Drag question

Lichaamscel
Zaadcel
Bevruchte eicel
Lichaamscel
Eicel
46
46
46
23
23

Slide 16 - Drag question

Dwarsligging
Ligging 1.
Ligging 2
Ligging 3
Stuitligging
Normale ligging

Slide 17 - Drag question

Op de plek waar je navelstreng vastzat, zit nu
A
een plooiing in je buik
B
vagina
C
een plooiing in je lies
D
je navel

Slide 18 - Quiz

De navelstreng brengt voedingsstoffen van de placenta naar het embryo
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 19 - Quiz

Opdracht!
Suzanne met de mooie ogen.
Poot het zaadje in het potje (ongeveer 0,5 cm diep) en maak een foto. Deze foto zet je in LessonUp. Dit doe je iedere week zodat we kunnen zien hoe hij groeit. Schrijf er ook steeds bij hoe groot het plantje is!

Slide 20 - Slide