De hemel was een prachtige plek, het leven was er goed volgens de christenen. De mensen die slecht geleefd hadden gingen naar de hel, zij kwamen terecht in een afschuwelijke plek.
Slide 8 - Slide
Bonifatius
Slide 9 - Slide
Hier is de slaapzaal. Alle monniken slapen in dezelfde ruimte.
Om het klooster staat een kloostermuur. De muur beschermt de monniken tegen rovers en wilde dieren.
Dit is de moestuin. De monniken verbouwen daar groente.
Dit is de kerk. Dit is het belangrijkste gebouw van het klooster. Hier bidden de monniken.
Dit is de eetzaal. Hier eten de monniken samen. Tijdens het eten leest één van de monniken voor uit de Bijbel.
Dit is de kloostergang. Alle gebouwen in het klooster worden verbonden door een kloostergang. Deze heeft een dak, zodat de monniken niet nat worden als het regent. De monniken gebruiken de kloostergang ook om te lezen en te bidden.
Dit is de kruidentuin. De monniken kweken zelf kruiden om te koken en om mensen beter te maken. Ze maken van sommige kruiden zalf, thee of olie. De monniken weten precies welk kruid zij nodig hebben.
In de ziekenboeg zorgen de monniken ook voor de zieken. Alleen zij kunnen medische boeken lezen en hebben ervaring met het verzorgen van zieken.
In het scriptorium (schrijfzaal) schreven monniken boeken over. Doordat er geen drukpers was moest dit met de hand. Een monik kon jaren doen over één boek.
Slide 10 - Slide
Kloosterleven
Nonnen / monikken
Klooster was groot complex met landerijen, school, ziekenzaal etc.
Ze leefden in afzondering, volgens kloosterorde (regels). Ze mochten bijv geen bezit hebben, veel bidden en werken.
Abt/Abdis was hoofd van het klooster.
Slide 11 - Slide
Miniaturen
Monniken werkten uren achtereen om een boek of een bijbel te schrijven. Ze versierden vooral de beginletters. Het waren kleine schilderijtjes (miniaturen). Hier zie je een afbeelding van de Heilige Johannes uit de 15e eeuw.
Slide 12 - Slide
Hiërarchie van de kerk
Slide 13 - Slide
Hiërarchie Katholieke kerk
Slide 14 - Slide
Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden
het land als er oorlog was.
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).
Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding
!
Slide 15 - Slide
Germanen -> vereren van natuur, bomen en waterbronnen.
Heidenen
Missionarissen -> vertellen verhalen
- Ware geloof
- Hemel en hel
- Jezus en eeuwige beloning
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
De verspreiding van het Christendom is een ... verandering.
A
Economische
B
Bestuurlijke
C
Religieuze
Slide 21 - Quiz
Wat is kerstening?
A
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer.
B
De verspreiding van het
christendom.
C
Dat is als de leenheer op
jihad gaat.
D
Dat betekent dat de paus
beschermt moet worden.
Slide 22 - Quiz
Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’? Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden
Slide 23 - Quiz
Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Sleep de teksten naar de juiste plek in de afbeelding
Ik ben van adel
Ik ben een geestelijke
Ik betaal pacht
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Slide 25 - Drag question
Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.
Slide 26 - Quiz
Waarom werden door missionarissen heidense gebruiken en feesten gekoppeld aan belangrijke christelijke gebeurtenissen?
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 29 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen