GL6e / Chapitre 1

Bienvenue au cours de français!
chapitre 1:
Après les vacances!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!
chapitre 1:
Après les vacances!

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui:
-     corriger les devoirs: ex. 9, 10a+b, 11 + 12
-     expliquer le passé composé = de voltooide tijd.
-     faire les exercices: 16, 17b+c
-     apprendre  voc B.

Slide 2 - Slide

le passé composé  =  de voltooide tijd
2 werkwoorden:  HWW + Voltooid deelwoord.

1e werkwoord is ALTIJD een VORM van avoir = hebben
ai / as / a / avons / avez / ont

2e werkwoord maak je bij regelmatige ww. op -er: STAM + é

Slide 3 - Slide

1.  Ik heb gedanst.
2. Jij hebt gedanst.
3.  Hij heeft gedanst.
4.  Anne heeft gedanst.
5.  Men heeft gedanst.  /  
       We hebben gedanst.
1.  J'ai dansé.
2.  Tu as dansé.
3.  il a dansé
4.  Anne a dansé.
5.  On a dansé.

Slide 4 - Slide

De passé composé maak je met ......
A
1 werkwoord
B
2 werkwoorden

Slide 5 - Quiz

Het eerste werkwoord is
een vorm van ........
A
être
B
aller
C
faire
D
avoir

Slide 6 - Quiz

Het voltooid deelwoord
maak je ......
A
hele werkwoord
B
STAM + -e
C
STAM + -é
D
STAM + uitgang

Slide 7 - Quiz

Ik heb gewerkt = ......
A
J'ai travaillé
B
J'ai travaille

Slide 8 - Quiz

Zet in de passé composé:
Tu (donner) ...... .......... un cadeau.
A
Tu donné un cadeau
B
Tu as donné un cadeau.

Slide 9 - Quiz

Zet in de passé composé:
Vous (rencontrer) ....... ..........
laatste vraag
A
Vous avez rencontré.
B
Vous avons rencontré

Slide 10 - Quiz

FAIS dans le livre:
à la page 33: 
les exercices 16c+d+e

Slide 11 - Slide

Aujourd'hui au programme:
-  een deel van de klas moet het MO nog doen. Zij krijgen nog een paar minuten om vragen te stelen over de uitspraak en daarna gaan we starten.

-  De anderen maken van chapitre 1 blz. 46-47:
opdracht 30a;  opdracht 30d + e en opdracht 31a+b.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Kijk dus altijd naar het woord (ZN) dat erachter staat.

Slide 14 - Slide