5.2 Transport van warmte

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

5.2 Transport van warmte

Warmtetransport

We vergelijken:

Geleiding met Doorgeven

Stroming met Meenemen

Straling met Gooien en Vangen

Warmtetransport

Geleiding vereist een vaste stof

Stroming vereist een gas of vloeistof

Straling vereist geen stof

Geleiding is ook mogelijk door een vloeistof maar is dan vaak kleiner dan het warmtetransport door stroming, en geleiding door een gas is vaak verwaarloosbaar.

Goede warmtegeleiding vereist

(meerdere antwoorden mogelijk)

1. vaste stof
2. vloeistof
3. gas
4. geen stof

Warmtestroming vereist

(meerdere antwoorden mogelijk)

1. vaste stof
2. vloeistof
3. gas
4. geen stof

Warmtestraling vereist

(meerdere antwoorden mogelijk)

1. vaste stof
2. vloeistof
3. gas
4. geen stof

In het water is er warmtetransport door

1. Geleiding
2. Stroming
3. Straling
4. Geen

In het glas is er warmtetransport door

1. Geleiding
2. Stroming
3. Straling
4. Geen

In de lucht is er warmtetransport door

1. Geleiding
2. Stroming
3. Straling
4. Geen

Leg uit waarom je onder een dekbed warm blijft.

Welke soort transport wordt door de compartimenten tegen gegaan?

De thermoskan

Het zilverkleurige glas is tegen

1. Geleiding
2. Stroming
3. Straling
4. Geen

De vacuum ruimte is tegen

1. Geleiding
2. Stroming
3. Straling
4. Geen

De rubber ring onder de dop is tegen

1. Geleiding
2. Stroming
3. Straling
4. Geen

Kan je een thermoskan ook gebruiken om iets koud te houden?

1. Ja, dat werkt op dezelfde manier
2. Ja, maar niet onder de 0 graden Celsius
3. Ja, maar dat werkt niet zo goed
4. Nee

Debiet

Debiet (Q) is de hoeveelheid vloeistof/gas die door een leiding stroomt per seconde.

Let op! Het symbool voor warmte en debiet is hetzelfde, maar het betekent totaal iets anders!

Debiet

A=π⋅r​2​​

A=​4​​1​​π⋅d​2​​

Warmtestroom

Hoeveelheid warmte die per seconde ergens door heen stroomt.

Voorbeeldsom

Door de leiding in een ketel stroomt 500 L water per uur.

Toon aan dat het debiet gelijk is aan                 m³/s.

1,39⋅10​−4​​

Voorbeeldsom

Het warme water geeft 11 MJ per uur af aan de radiator

Bereken de gemiddelde warmtestroom (P) uitgedrukt in W.

Voorbeeldsom

Bereken hoeveel m³ (Gronings) aardgas hiervoor minimaal per uur verbrand moet worden.

Voorbeeldsom

De binnendiameter van de buis is 22 mm.

Bereken de snelheid van het water in de buis.