Dagplanning 7 januari 2021

Dagplanning 
donderdag 7 januari 2021
1e uur: Dubbelklik
2e uur: Dubbelklik
3e uur: Nederlands
4e uur: Engels
5e uur: Economie
6 uur: Economie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Dagplanning 
donderdag 7 januari 2021
1e uur: Dubbelklik
2e uur: Dubbelklik
3e uur: Nederlands
4e uur: Engels
5e uur: Economie
6 uur: Economie

Slide 1 - Slide

1e + 2e uur Dubbelklik
Vandaag ga je basistaak 6 afmaken van het tuincentrum.
Heb je deze al af? 
Dan ga je praktijkkaart A4 Reclame maken.

Slide 2 - Slide

3e uur: Nederlands
Grammatica en spelling H3
opdr. 12 t/m 16
blz. 

Slide 3 - Slide

SAMENGESTELDE ZIN

Zo vind je de persoonsvormen in een samengestelde zin:

  • zet de zin in een andere tijd:

je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom.

De werkwoorden die veranderen, zijn persoonsvormen.



VOORBEELD:

Tom schreeuwt, omdat hij zijn arm heeft gebroken.
Tom schreeuwde, omdat hij zijn arm had gebroken.

Slide 4 - Slide

Schema werkwoordspelling
Kijk goed of het werkwoord in de zin een persoonsvorm is.

Kijk goed welke regel je moet toepassen.

pv-tt: stam, stam + t of het hele werkwoord
pv-vt: sterk werkwoord: klankverandering
pv-vt: zwak werkwoord: stam + de(n) of stam + te(n)
geen pv: maak het woord langer, -d of -t

Slide 5 - Slide

4e uur: Engels
Test yourself H3
opdr. 1 t/m 4
blz. 65 t/m 67

Slide 6 - Slide

uitleg grammar 6 blz. 35
uitleg grammar 7 blz.



Slide 7 - Slide

5e + 6e uur Economie
Vandaag hoef je voor Economie niets in je boek te maken, maar ga je weer een quiz maken om alvast te oefenen voor de toets.

Slide 8 - Slide

Hoe bereken je de kilometerprijs?
A
kilometerprijs= totale kosten: aantal kilometers
B
totale kosten= kilometerprijs : aantal kilometers
C
aantal kilometers = totale kosten: kilometerprijs

Slide 9 - Quiz

Welkvervoersmiddel is het voordeligst?
A
Scooter
B
Fiets
C
Openbaarvervoer
D
Auto

Slide 10 - Quiz

Welke kosten horen bij een fiets?
A
verzekering
B
benzinekosten
C
motorrijtuigenbelasting

Slide 11 - Quiz

Wat heeft een koper bij aanschaf van een product?
A
plichten
B
rechten
C
rechten en plichten

Slide 12 - Quiz

Wie kan een koopovereenkomst met minderjarige ontbinden?
A
je ouders
B
de verkoper
C
de minderjarige zelf
D
De rechter

Slide 13 - Quiz

Wat is een koopovereenkomst?
A
een cadeau
B
een contract
C
een overeenstemming

Slide 14 - Quiz

Waar heeft een koper recht op bij een gebrekkig product?

Slide 15 - Open question

Jarno koopt een jas. Jarno betaalt €50,- voor zijn jas. Dit is een...
A
recht
B
plicht

Slide 16 - Quiz

Waar heeft Peter recht op als hij een schoen besteld?
A
boete
B
geld betalen
C
schoen ontvangen

Slide 17 - Quiz

Een laptop is in uitverkoop bij de Mediamarkt. Heb je dan recht op een deugdelijk product?
A
ja
B
nee
C
alleen als je er €10,- minder ervoor betaald

Slide 18 - Quiz

stap 1
stap 2
stap 3
Recht op reparatie
Recht op geld terug
Recht op vervanging

Slide 19 - Drag question

Je koopt een nieuwe auto. Je wilt een auto met parkeersensor. Tijdens het kopen geef je dit niet aan. Je bent aan het parkeren en BOEM een botsing. Geen sensor aan je auto. Heb je een deugdelijk product?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Een jongen van 17 koopt een auto.
A
De koopovereenkomst is gesloten en je kunt het niet ongeldig laten verklaren
B
De koopovereenkomst is niet gesloten
C
De koopovereenkomst is gesloten en de ouders kunnen deze bij de rechter ongeldig laten verklaren.

Slide 22 - Quiz