4.3 Het parlement

4.3 Het Parlement
1 / 17
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

4.3 Het Parlement

Slide 1 - Slide

Begrippen:
  • Eerste Kamer
  • Tweede Kamer
  • Wetgeving:
- Stemrecht / Recht van amendement / Recht van initiatief 
  • Controleren:
- Vragenrecht / Motierecht / Motie van wantrouwen / Recht van interpellatie / Enquête 
  • Coalitie
  • Oppositie 

Slide 2 - Slide

Hoofdtaken:
De twee hoofdtaken van het parlement zijn:
  • (mede)wetgeving
  • controleren van het kabinet

Slide 3 - Slide

Eerste Kamer
75 Leden
Tweede Kamer 
150 Leden
 Het Parlement 

Slide 4 - Slide

Wetgeving:
Ministers (met hun ambtenaren) èn Tweede Kamerleden maken wetsvoorstellen.

De Tweede Kamer debatteert over het voorstel. Een meerderheid van de Tweede Kamer moet het voorstel goedkeuren.

Hierna gaat het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer, die een laatste check doet.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Controleren:
Ministers besturen het land. Om te voorkomen dat ze verkeerde keuzes maken, worden ze gecontroleerd door Kamerleden.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Rechten van Kamerleden voor hun wetgevende taak:
  • Stemmen over wetsvoorstellen.
  • Een wetsvoorstel veranderen. Dit noemen we het recht van amendement.
  • Zelf een wetsvoorstel indienen. Dit noemen we het recht van initiatief.

Slide 9 - Slide

Hoeveel stemmen heb je nodig voor een meerderheid?
A
50
B
75
C
76
D
125

Slide 10 - Quiz

Rechten van Kamerleden voor hun controlerende taak:
  • Vragen stellen aan ministers en staatssecretarissen (ook schriftelijk).
  • Een motie indienen. Hiermee vragen ze de minister om iets te doen.
  • Met een motie van wantrouwen kunnen Kamerleden een minister vragen om af te treden.
  • Een minister ter verantwoording roepen. De minister moet dan naar de Tweede Kamer komen voor een debat. Dit noemen we het recht van interpellatie.

  • Met een motie van wantrouwen kunnen Kamerleden een minister vragen om af te treden.
  • Een minister ter verantwoording roepen. De minister moet dan naar de Tweede Kamer komen voor een debat. Dit noemen we het recht van interpellatie.
  • Een groot onderzoek instellen als ze denken dat de regering fouten heeft gemaakt. Dit noemen we het enquêterecht.

Slide 11 - Slide

Oppositie & coalitie:
Voor goedkeuring van wetsvoorstellen is een meerderheid in de Tweede Kamer nodig.
 
Meestal kan de regering daarvoor op steun rekenen van de coalitiepartijen.

Slide 12 - Slide

Na de verkiezingen gaan de Tweede Kamer opzoek naar een meerderheid. Met welke partijen zou dit lukken?

Slide 13 - Open question

(Mede)wetgevende taak (3 rechten)
Controlerende taak (4 rechten)
(Mede)wetgevende taak én controlerende taak (1 recht)
Recht van initiatief
Recht van motie
Recht om een minister ter verantwoording te roepen in een debat
Vragenrecht
Recht van amendement
Recht van parlementair onderzoek
Goed- of afkeuren van wetsvoorstellen
Budget- of begrotingsrecht

Slide 14 - Drag question

Welke twee taken heeft het parlement?
1. Stemmen over wetsvoorstellen.
2. Ministers controleren.
3. Ministers en staatssecretarissen kiezen.
4. Wetten uitvoeren.

A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
3 en 4

Slide 15 - Quiz

recht om ministers ter verantwoording te roepen
2de kamer mag een wetsvoorstel aanpassen.
De 2de kamer mag buiten de regering om zelf onderzoek te doen en mensen onder ede verhoren. 
recht om de begroting van het kabinet goed of af te keuren.
recht van budget

recht van interpellatie

recht van enquete 

recht van amendement 

Slide 16 - Drag question


Welke taak en welk recht worden hier benut door D66?
A
controlerende taak, recht van interpellatie
B
wetgevende taak, recht van amendement
C
wetgevende taak , recht van initiatief
D
controlerende taak, recht van initiatief

Slide 17 - Quiz