KGT2 - 2.3 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

KGT2 - 2.3 Lezen

Welke 4 tekstdoelen zijn er?

Wat heeft een uitnodiging voor een feest als tekstdoel?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Overtuigen
4. Activeren

Wat heeft een stripverhaal als tekstdoel?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Overtuigen
4. Activeren

Wat heeft een recensie als tekstdoel?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Overtuigen
4. Activeren

Wat heeft een nieuwsbericht als tekstdoel?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Overtuigen
4. Activeren

Uit welke 3 delen is een tekst opgebouwd?

Welk tekstdeel ontbreekt er bij een nieuwsbericht?

"De kat springt op de bank. Daar ligt hij het liefste."
Waar verwijst 'daar' naar?

1. De kat
2. springt
3. Op de bank
4. hij

"De mensen aan de zijlijn zijn fanatiek. Ze moedigen hun spelers aan."
Waar verwijst 'ze' naar?

1. De mensen aan de zijlijn
2. fanatiek
3. moedigen aan
4. hun spelers

'ook' is een signaalwoord die hoort bij het tekstverband:

1. Opsomming
2. Tijdsvolgorde
3. Tegenstelling
4. Voorbeeld

'maar' is een signaalwoord die hoort bij het tekstverband:

1. Opsomming
2. Tijdsvolgorde
3. Tegenstelling
4. Voorbeeld

'zoals' is een signaalwoord die hoort bij het tekstverband:

1. Opsomming
2. Tijdsvolgorde
3. Tegenstelling
4. Voorbeeld

'terwijl' is een signaalwoord die hoort bij het tekstverband:

1. Opsomming
2. Tijdsvolgorde
3. Tegenstelling
4. Voorbeeld