This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Bonjour la classe!
Slide 1 - Slide
Qu'est-ce qu'on va faire?
- regarder un petit vidéo + questions -lire ensemble
Slide 2 - Slide
Je zet het wederkerend voornaamwoord altijd voor de pv
A
faux
B
vrai
Slide 3 - Quiz
Wederkerende werkwoorden vervoeg je altijd met het werkwoord avoir of être in de p.c
A
faux
B
vrai
Slide 4 - Quiz
Je ( s'intéresser, présent)____ au judo
A
t'interesse
B
m'intéresse
C
m'interesses
D
me suis intéressé(e)
Slide 5 - Quiz
Elles (se réveiller/ p.c) trop tard.
Slide 6 - Open question
Ma soeur et moi ( se réveiller,p.c)____trop tard
A
nous sommes reveillées
B
se sont réveillées
C
Vous vous êtes réveillée
D
s'est réveillée
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Video
00:38
Pourquoi le president va vister les chinois
A
Pour faire connaissance avec le president
B
pour convaincre les chinois de faire plus effort
C
D
Pour goûter( proeven) les plats chinois
Slide 9 - Quiz
01:22
Pourquoi les Chine est elle si importante?
A
Les Chine est un grand part de notre planète ( beacoup d'habitants)
B
Les chine ont beaucoup d'usines ( fabrieken)
C
D
Les chine n'ont pas fait effort
Slide 10 - Quiz
01:50
On achète beacoup en Chine, grâce à cela.... ( daardoor)
A
Ils ont pu construire plus de routes et achèter des produits
B
Le climat est plus polué ( l'air a cause des gaz)
C
La vie des Chinois est amélioré
Slide 11 - Quiz
LES TEMPS GRAMMATICAL
Slide 12 - Slide
Présent
Speelt zich nu af Regelmatig werkwoord? ( hele werkwoord - er + uitgangen) -e -es- e- ons -ez- ent
Slide 13 - Slide
passé composé
(korte voltooide actie in het verleden) voorbeeld: j'ai entré dans ma chambre Comment faire: stap 1 : vorm van avoir stap 2: hele werkwoord -er + é stap 3: check voor uitzonderingen
exemple: Nous avons donné / J'ai eu
Slide 14 - Slide
imparfait
lange actie in het verleden -> il pleuvait ( het regende) Comment faire? Neem de nous vorm - ons + uitgangen imparfait (ais, ais, ait, ions, iez, aient) behalve bij uitzonderingen
Slide 15 - Slide
futur simple
Actie in de toekomst ( ik zal geven/ ik zal hebben) Comment faire? : Neem het hele werkwoord + plak de uitgangen van avoir erachter (ai, as, a, ons, ez, ont) niet bij uitzonderingen
Slide 16 - Slide
Conditionnel
Gebruik je om te zeggen wat je (zou doen) Voorbeeld: ik zou geven/ Ik zou praten/ Ik zou zijn Comment faire? Neem het hele werkwoord ( net als bij de futur) Maar nu neem je de uitgangen van de imparfait
Exemple: Ik zou geven -> je donnerais ( conditionnel) exemple: Ik zal geven -> je donnerai ( futur)