This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
H2 De Oude Grieken
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Herhalen
Uitleg - H2.2 De Oude Grieken
Aan de slag - H2.2 De Oude Grieken
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog over de Oude Grieken?
Slide 3 - Mind map
Welke verschillen zijn er tussen de Olympische spelen van toen en nu?
Slide 4 - Open question
Welke overeenkomsten zijn er tussen de Olympische spelen van toen en nu?
Slide 5 - Open question
Hoe wordt de periode van de Grieken en Romeinen genoemd?
Slide 6 - Open question
Welke afbeelding zie je op het tijdvaksymbool van de Grieken en Romeinen?
Slide 7 - Open question
Uitleg - H2.2 De Oude Grieken
Ik leg nu alles uit, straks heb je de tijd om het te kopiëren in je Word bestand of over te nemen in je schrift. Dus eerst even luisteren voordat je de aantekeningen gaat doornemen.
Slide 8 - Slide
Aantekening
H2.2 De Oude Grieken
Verschillende stadsstaten
Doordat Griekenland uit allerlei eilandjes bestond en het een bergachtig gebied was, was Griekenland opgedeeld in stadsstaten. Deze hadden allemaal hun eigen bestuur en wetten.
Slide 9 - Slide
Stadsstaten in Griekenland
Athene
Slide 10 - Slide
Aantekening
Democratie in Athene
Athene had een democratie, de mannen mochten meebeslissen over wetten, ze kozen zelf hun leider en de leider van het leger.
Alle mannen kwamen 4x per maand samen om te stemmen in de agora.
De Raad van 500 deed het dagelijks bestuur, deze wisselde elk jaar.
Ostracisme = degene die de meeste stemmen kreeg werd verbannen
Slide 11 - Slide
Agora zoals bij de
Oude Grieken
Agora van bovenaf
Slide 12 - Slide
Aantekening
De Griekse samenleving kan je opdelen in vier groepen:
Vrije volwassen mannen
Volwassen mannen van buiten de stad (immigranten)
Vrouwen
Slaven
Een samenleving waarin niet iedereen hetzelfde mag noem je ook wel een standensamenleving.
Slide 13 - Slide
Aan de slag
Aantekeningen afmaken
H2.1 Oriëntatie nakijken
H2.2 Opdracht 1 t/m 8 maken
H2.2 Afmaken
Slide 14 - Slide
Waarmee kan je een stadsstaat vergelijken?
A
Klein landje
B
Kleine stad
C
Klein dorp
D
Provincie
Slide 15 - Quiz
Stand 1
Stand 2
Stand 3
Stand 4
Vrouwen
Immigranten
Slaven
Mannen
Slide 16 - Drag question
Hoe noemen we het stemmen op scherven om iemand te verbannen?
Slide 17 - Open question
Vul aan de Raad van ....
A
4
B
50
C
100
D
500
Slide 18 - Quiz
Hoe zorgden de Grieken ervoor dat mensen gingen stemmen?
Slide 19 - Open question
Waarom kan je de Griekse democratie geen echte democratie noemen?