Thema 7 en 10

Thema 7 en 10
Motivatie, Psycho-educatie, Instructie geven
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Gezondheidszorg en welzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 7 en 10
Motivatie, Psycho-educatie, Instructie geven

Slide 1 - Slide

Wat is motivatie?

Slide 2 - Open question

Motivatie 
De drijfveer of reden van een individu om tot actie of prestatie te komen. 
Intrinsieke & extrinsieke motivatie 
Motivatie afhankelijkheid: willen/kunnen/er klaar voor zijn
Als je ervoor wilt zorgen dat een ander gemotiveerd raakt

Slide 3 - Slide

Motiverende gespreksvoering
Proces:
Je beïnvloedt de motivatie tot verandering van de cliënt tijdens een gesprek--> door het stellen van vragen ervoor te zorgen dat de cliënt zelf inziet welk gedrag hij kan veranderen en wat maakt dat dit goed voor hem is. 

Slide 4 - Slide

Wat is intrinsieke motivatie?

Slide 5 - Open question

Uitgangspunten motiverende gespreksvoering
Partnerschap: Je werkt met de cliënt vanuit een gelijkwaardige relatie.
Acceptatie: Je accepteert de cliënt zoals hij is
Compassie: Je werkt vanuit het belang van de cliënt.
Ontlokken: Je probeert doelgericht de gedachten en gevoelens van de cliënt te onderzoeken en te begrijpen. 

Slide 6 - Slide

Opdracht
Zoek de fases op van motiverende gespreksvoering en schrijf deze op. 

Slide 7 - Slide

Verandertaal en bezwaartaal
Verandertaal: Taal die je gebruikt die gaat over de verandering van het gedrag. 
- Wensen en behoeftes-->veranderen
- Vaker zeggen--> intrinsieke motivatie groter
Eerste fase motiverende gespreksvoering. 
Grotere doel--> voordelen benoemen--> eigen capaciteit benoemen

Slide 8 - Slide

Bezwaartaal
Uitspraken van de cliënt, waaruit blijkt welke bezwaren hij ziet om te veranderen. 
Zorgt voor-->geen verandering
Twijfel cliënt--> zichtbaar verandertaal/bezwaartaal<-- verminderen. 
Eerste fase van motiverende gespreksvoering. 

Slide 9 - Slide

Wat is bezwaartaal?

Slide 10 - Open question

Omgaan met weerstand
Iemand ervaart het gevoel van afkeer. 
Herkenning weerstand cliënt -->bezwaartaal
Weerstand--> Eerste fase
Cliënt nog niet gemotiveerd-->voelt weerstand over de nieuwe situatie
Wat te doen: Doorvragen, help de cliënt dit te overwinnen en stappen in de juiste richting te zetten.

Slide 11 - Slide

Instructie 
- Hoort bij de handeling
Stap voor stap
Voorbeeld--> recept
Zelf cliënt instructie--> naastbetrokkenen--> stap voor stap--> handeling goed uitvoeren--> cliënt ondersteunen. 
Nieuwe collega's- stagiaires- vrijwilligers-

Slide 12 - Slide

Client met vb
Je houdt rekening met hun beperkte denkvermogen
Je geeft instructies op het niveau dat zij aankunnen: Korte zinnen- controleer of de instructie is doorgekomen- herhaal de instructie.
1 instructie tegelijk--> je motiveert ze dit foutloos te leren. 
Instructie met plaatjes/specifieke gebaren/Voordoen. 

Slide 13 - Slide

Cliënt met PB
Zeer divers, je sluit je aan bij de specifieke belevingswereld van de cliënt. 
Houdt er rekening mee dat door de pb, medicatie cliënt minder aanwezig kan zijn. 
Laat de cliënt zelf meebeslissen. 
De cliënt voert instructie makkelijker op, wanneer het een eigen keuze is. 

Slide 14 - Slide

Cliënt met verslaving 
Zij kunnen onder invloed zijn. Of zij hebben last van afkickverschijnselen. Dit heeft grote invloed op de wijze, waarop instructie wordt opgevolgd. Verplaats het instructiemoment op een ander moment. 
Houdt rekening met de bijkomende problemen. 

Slide 15 - Slide

Cliënt met neurocognitieve stoornis
Houdt rekening met het feit dat zij dingen snel vergeten. Wees dus geduldig en herhaal je instructie, indien dit nodig is. Geef ook maar 1 instructie tegelijk. De tweede kunnen ze vergeten als ze de eerste hebben opgevolgd. Maar het hangt er ook vanaf hoe ernstig hun stoornis is. Je stemt dus steeds af op de mogelijkheden , waarover hij op dat moment beschikt. 

Slide 16 - Slide

Naastbetrokkenen
Luister naar hun, kijk naar de beperkingen en mogelijkheden van hun naasten. Zij hebben al veel ervaring met de cliënt. Laat hun ook meedenken. Geef aanwijzingen die die praktisch toepasbaar en mogelijk zijn binnen de situatie, waarin zij verkeren. 

Slide 17 - Slide

Collega's en stagiaires
Je instrueert een stagiaire bijv. hoe hij/zij om kan gaan met een specifieke cliënt die autisme heeft. Of je geeft instructies aan een nieuwe collega's over hoe ze binnen de organisatie waar jullie werken een overdrachtsformulier invullen. Je houdt rekening met de voorkennis en ervaring. Sta open voor een andere manier van aanpak. 

Slide 18 - Slide

Vrijwilligers
Je geeft ze instructies hoe zij om kunnen gaan met een client of hoe zij een bepaalde handeling uitvoeren. Bij vrijwilligers ben je soms iets voorzichtiger omdat zij niet betaald krijgen en de organisatie makkelijker kunnen verlaten. Wees alert dat zij niet dezelfde opleiding en ervaring hebben als je collega's. Ga er dus niet vanuit dat zij hetzelfde kunnen als jij. 

Slide 19 - Slide

Opdracht
Zoek uit waar een goede instructie aan moet voldoen. 
'' Instructiestappen '' 

Slide 20 - Slide