In de lederhuid zitten de
haarzakjes. Hier groeien de haren uit. De cellen van het haarzakje vormen deel uit van de
kiemlaag. Onder in het haarzakje delen de cellen zich de hele tijd. De nieuwe cellen duwen de oude cellen omhoog en deze verhoornen. Zo wordt het haar steeds langer.
In de haarzakjes zitten talgklieren, deze maken talg: dit is een vettige stof die de haren soepel houdt. Talg help ook om de hoornlaag waterdicht te houden. Aan het haarzakje zit ook een haarspiertje vast die de haren op je huid rechtop kunnen laten staan.