Krachten les 5

Hoofdstuk 3   Krachten
Les 5

paragraaf 3:
nettokracht

Terugblik paragraaf 1 & 2
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3   Krachten
Les 5

paragraaf 3:
nettokracht

Terugblik paragraaf 1 & 2

Slide 1 - Slide

Opbouw van de les
  • Bespreken leerdoelen vorige les
  • Oefenen berekenen zwaartekracht
  • leerdoelen deze les
  • Proef 3
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Terugblik leerdoelen

Slide 2 - Slide

De zwaartekracht op Bas is 650 Newton. Bereken de massa van Bas.

Slide 3 - Open question

Leerdoelen deze les
3.3.1 Je kunt drie situaties beschrijven waarin de zwaartekracht en een andere kracht elkaar in evenwicht houden.
3.3.2 Je kunt uitleggen op welke manier de andere kracht in deze evenwichtssituaties ontstaat.
3.3.3 Je kunt de nettokracht berekenen die op een voorwerp werkt (in situaties waarbij alle krachten langs dezelfde lijn werken).

Slide 4 - Slide

Teken het stripverhaal over en schets de krachten erin. Maak een foto van je tekening en zet deze hier neer.

Slide 5 - Open question

Proef 3
timer
17:00

Slide 6 - Slide

Nettokracht

Slide 7 - Slide

§2.2
Nettokracht= resulterende kracht
Welke kant op werkt de nettokracht?

Slide 8 - Slide

Nettokracht

Slide 9 - Slide

Nettokracht

Slide 10 - Slide

Normaalkracht

Slide 11 - Slide

Normaalkracht
Een normaalkracht is de kracht waarmee het ondersteunende 
                                              grondvlak tegen een voorwerp aanduwt.
Een n.                                 Normaalkracht staat ALTIJD LOODRECHT op het steunvlak.  

Bi                                                  Bij evenwicht is de zwaartekracht         g                                              gelijk aan de normaalkracht


FZ=FN

Slide 12 - Slide

Normaalkracht (Fn)
De normaalkracht heeft een maximum. Dan zal de ondergrond het niet meer houden.

Slide 13 - Slide

Wet van archimedes
De opwaartse kracht is gelijk aan de zwaartekract  
van het verplaatste water.

Slide 14 - Slide

Opwaartse kracht (Fopw)
Een voorwerp onder water verplaatst een hoeveel water.

Dit zorgt voor een kracht omhoog: opwaartse kracht.

De grootte hangt af van hoeveel water wordt verplaatst.

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Bestudeer paragraaf 3.3
Maken opdrachten 1 t/m 9

Slide 16 - Slide

Wat is
de
nettokracht?
A
25N
B
225N
C
1,25N
D
12500N

Slide 17 - Quiz

Wat is er aan de hand als de nettokracht 0N is?
A
Het voorwerp remt
B
Het voorwerp verstelt
C
Het voorwerp verandert niet van snelheid
D
Het voorwerp valt

Slide 18 - Quiz

Wat is de
nettokracht?
A
186N
B
8360N
C
1,45N
D
34N

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
Bestudeer paragraaf 3.3
Maken opdrachten 1 t/m 9

Huiswerk
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Leerdoelen deze les
3.3.1 Je kunt drie situaties beschrijven waarin de zwaartekracht en een andere kracht elkaar in evenwicht houden.
3.3.2 Je kunt uitleggen op welke manier de andere kracht in deze evenwichtssituaties ontstaat.
3.3.3 Je kunt de nettokracht berekenen die op een voorwerp werkt (in situaties waarbij alle krachten langs dezelfde lijn werken).

Slide 21 - Slide