TVandaag koop je voor EUR 5 10 flesjes water.
Over een paar jaar koop je voor EUR 5 maar 6 flesjes water
Dan kun je dus minder kopen met je EUR 5. Dat is minder koopkracht.
Minder kopen, de prijzen zijn gestegen (of je geld is minder waarde geworden), dat noemen we inflatie.
Inflatie beïnvloedt dus jouw koopkracht!
Als de inflatie 2% is, betekent dit dus eigenlijk dat je minder kan kopen....
Daarom dat inflatie en koopkracht vaak worden gebruikt als argumenten bij onderhandelingen over salarisstijgingen.
Nominaal inkomen = je inkomen
Reëel inkomen = je inkomen , rekening houdende met inflatie (wat kan je er mee)
Dus, reëel inkomen (%) = nominaal inkomen (%) – inflatie (%)