Les 00: Introductie Executieve Vaardigheden

lesdoel
leren wat executieve vaardigheden zijn
1 / 28
next
Slide 1: Open question
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

lesdoel
leren wat executieve vaardigheden zijn

Slide 1 - Open question

Slide 2 - Video

Executieve Vaardigheden
  • Slimmer leren

Slide 3 - Slide

Executieve Vaardigheden
  • Wat hebben jullie hiermee gedaan vorig jaar?

Slide 4 - Slide

Executieve Vaardigheden
  • Planning
  • Organisatie
  • Time Management
  • Werkgeheugen
  • Metacognitie
  • Reactie-inhibitie
  • Emotieregulatie
  • Volgehouden aandacht
  • Taakinitiatie
  • Flexibiliteit
  • Doelgericht Doorzettingsvermogen

Slide 5 - Slide

Executieve Vaardigheden

PLANNING
  • een (leer)taak op tijd starten
  • een (leer)taak op tijd afronden
  • een onderwerp kiezen
  • een opdracht opdelen in deeltaken
  • een tijdsplanning maken met meerdere  taken
  • huiswerkschema maken
  • moeilijke taken eerst, makkelijke taken daarna inschatten hoeveel tijd een (leer)taak inneemt
  • stellen van prioriteiten
  • langetermijnopdrachten in de tijd kunnen   plaatsen

Slide 6 - Slide

Executieve Vaardigheden

ORGANISATIE
  • schoolspullen zijn op orde
  • noteren van huiswerk en/of opdrachten   niets kwijtraken
  • aantekeningen zijn op orde
  • werkomgeving, bureau en schooltafel, is  georganiseerd
  • schooltas/gymtas is geordend
  • boeken en schoolmaterialen zijn thuis   georganiseerd
  • schoolmaterialen zijn goed onderhouden
  • opdrachten en werkstukken zijn goed   verzorgd
  • schriften en werkboeken zijn goed verzorgd

Slide 7 - Slide

Executieve Vaardigheden

ORGANISATIE
  • kan alles vinden (thuis en op school)
  • ruimt spullen op
  • laat spullen niet slingeren
  • opgeruimde en rustige studieplek
  • geleende materialen teruggeven
  • ordenen van school en vrijetijdsbesteding
  • ordenen van taken en planning

Slide 8 - Slide

Executieve Vaardigheden

TIME-MANAGEMENT
  • inschatten hoeveel tijd je hebt voor een   opdracht of taak
  • tijd adequaat kunnen indelen
  • niet in tijdnood komen
  • op tijd beginnen
  • op tijd komen
  • op tijd iets doen
  • tijd in de gaten houden terwijl je studeert   of een toets maakt
  • opdrachten en werkstukken op tijd   inleveren
  • aan deadlines kunnen houden
  • kunnen werken onder tijdsdruk
  • geleende materialen op tijd terugbrengen

Slide 9 - Slide

Executieve Vaardigheden

TIME-MANAGEMENT
  • op tijd iets afkrijgen
  • geen tijd ‘verspillen’
  • binnen gestelde tijd een taak of opdracht afronden
  • aan je tijdsplanning houden
  • niet uitstellen

Slide 10 - Slide

Executieve Vaardigheden

WERKGEHEUGEN
  • onthouden van afspraken
  • onthouden van opdrachten
  • onthouden van instructies/aanwijzingen
  • volgorde van instructies kunnen   onthouden
  •  procedures kunnen volgen
  • aanwijzingen kunnen opvolgen
  • hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden
  • weten welke materialen je nodig hebt voor een bepaald vak (sport, beeldende vorming, natuurkunde)
  • tijdens een taak belangrijke informatie kunnen vasthouden bijvoorbeeld tijdens een wiskundige berekening of hoofdrekenen

Slide 11 - Slide

Executieve Vaardigheden

WERKGEHEUGEN
  • belangrijke informatie tijdelijk kunnen     parkeren om later weer te kunnen   gebruiken.
  • aantekeningen maken terwijl je luistert of   leest
  • noteren van huiswerk of opdrachten
  • niets kwijtraken
  • niets vergeten
  • uit je hoofd leren
  • je iets herinneren om te doen
  • op tijd inleveren van opdrachten

Slide 12 - Slide

Executieve Vaardigheden

METACOGNITIE
  • begrijpen van instructies of aanwijzingen
  • begrijpen van de opdracht
  • begrijpen van de lesstof
  • om hulp kunnen vragen
  • herkennen en erkennen van een   probleem of moeilijkheid
  • probleemoplossend te werk gaan
  • eigen prestaties kunnen evalueren
  • werk controleren en corrigeren bij   eventuele fouten
  • een foutenanalyse kunnen maken
  • nakijken van werkstuk, toets, examen op   eventuele fouten
  • weten hoe je het beste studeert

Slide 13 - Slide

Executieve Vaardigheden

METACOGNITIE
  • begrijpen van instructies of aanwijzingen
  • begrijpen van de opdracht
  • begrijpen van de lesstof
  • om hulp kunnen vragen
  • herkennen en erkennen van een   probleem of moeilijkheid
  • probleemoplossend te werk gaan
  • eigen prestaties kunnen evalueren
  • werk controleren en corrigeren bij   eventuele fouten
  • een foutenanalyse kunnen maken
  • nakijken van werkstuk, toets, examen op   eventuele fouten
  • weten hoe je het beste studeert

Slide 14 - Slide

Executieve Vaardigheden

METACOGNITIE
  • weten wat je moet bestuderen (hoofd- en   bijzaken)
  • effectieve leerstrategieën kunnen   toepassen
  • effectief studeren
  • een taak of opdracht controleren en   evalueren
  • aanpak veranderen als dat effectiever is
  • kan een opdracht/taak inschatten op   haalbaarheid
  • inschatten hoe een opdracht of taak is   gemaakt
  • werkaanpak structureren

Slide 15 - Slide

Executieve Vaardigheden

REACTIE-INHIBITIE
  • nadenken voor je iets doet of zegt
  • impulsen kunnen onderdrukken (fysiek of   verbaal)
  • kortetermijndoelen opzij kunnen zetten   ten gunste van langetermijndoelen
  • anderen niet onnodig onderbreken
  • op je beurt kunnen wachten
  • niet praten als de ander nog aan het   woord is
  • niet afgeleid raken door onbelangrijke   zaken

Slide 16 - Slide

Executieve Vaardigheden

REACTIE-INHIBITIE
  • nadenken voor je iets doet of zegt
  • impulsen kunnen onderdrukken (fysiek of   verbaal)
  • kortetermijndoelen opzij kunnen zetten   ten gunste van langetermijndoelen
  • anderen niet onnodig onderbreken
  • op je beurt kunnen wachten
  • niet praten als de ander nog aan het   woord is
  • niet afgeleid raken door onbelangrijke   zaken

Slide 17 - Slide

Executieve Vaardigheden

EMOTIEREGULATIE
  • emoties onder controle hebben
  • niet snel boos worden
  • niet snel van slag zijn
  • niet snel verdrietig worden
  • niet snel (faal)angstig zijn
  • gedrag/emoties tijdig bijsturen
  • emoties onderdrukken om een doel te   behalen
  • inschatten hoe erg iets is en het gedrag   daarop aanpassen

Slide 18 - Slide

Executieve Vaardigheden

VOLGEHOUDEN AANDACHT
  • doorgaan tot een taak of opdracht af is
  • lange concentratieboog
  • iets afmaken zonder afgeleid te worden
  • niet onnodig pauzeren
  • niet toegeven aan demotivatie (geen zin   meer, moe enzovoort)
  • opdrachten en taken worden afgemaakt   binnen de gestelde tijd
  • niet opgeven

Slide 19 - Slide

Executieve Vaardigheden

VOLGEHOUDEN AANDACHT
  • doorgaan tot een taak of opdracht af is
  • lange concentratieboog
  • iets afmaken zonder afgeleid te worden
  • niet onnodig pauzeren
  • niet toegeven aan demotivatie (geen zin   meer, moe enzovoort)
  • opdrachten en taken worden afgemaakt   binnen de gestelde tijd
  • niet opgeven

Slide 20 - Slide

Executieve Vaardigheden

TAAKINITIATIE
  • zelfstandig aan een taak (huiswerk of       klusje) beginnen
  • geen uitstelgedrag vertonen
  • geen hulp nodig bij het starten van een taak
  • initiatief nemen tot het starten van een opdracht of taak
  • dingen doen op het moment dat ze   gedaan moeten worden
  • hoeft niet herinnerd of aangemoedigd te   worden voor het starten van een taak
  • leuke dingen uitstellen om aan taak te beginnen 
  • geen moeite met langetermijnopdrachten

Slide 21 - Slide

Executieve Vaardigheden

FLEXIBILITEIT
  • gedrag makkelijk kunnen aanpassen aan   veranderende omstandigheden
  • plannen of schema’s kunnen herzien
  • meerdere oplossingsstrategieën kunnen   toepassen
  • niet snel van slag raken bij tegenslag,   (onverwachte) veranderingen of nieuwe   situaties
  • oplossingsgericht denken en handelen
  • geen moeite met open opdrachten
  • flexibel in het denken over een probleem
  • tijdsindeling makkelijk kunnen aanpassen
  • juiste hulpbronnen kunnen zoeken voor   de oplossing van een probleem
  • makkelijk kunnen veranderen van taak

Slide 22 - Slide

Executieve Vaardigheden

DOELGERICHT 
DOORZETTINGSVERMOGEN
  • doorzetten om je doel te bereiken (ook   als het een minder leuk doel is)
  • motivatie ook voor minder leuke zaken
  • taken en opdrachten binnen gestelde tijd afronden
  • volhouden tot de taak helemaal af is
  • volhouden ook al heb je geen zin meer
  • volhouden ook al word je afgeleid
  • goed kunnen omgaan met deadlines

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Executieve Vaardigheden Test

Slide 26 - Slide

Executieve Vaardigheden Test

Slide 27 - Slide

Executieve Vaardigheden opdracht

Slide 28 - Slide