Gedichtje met een dag/ maand
1. Bedenk over welke dag/ maand je iets wilt schrijven
(voorbeeld) een maandag
2. Bedenk waarom jij dit een leuke of vreselijke dag vindt
(voorbeeld) weekend voorbij (-), weer naar school (-) vroeg opstaan (-), dingen moeten (-), hyper docenten (-), klasgenoten weer zien (+)
3. Maak leuke eindwoorden (spelling staat vrij!)
(voorbeeld) anti-vrije-dag, hyper-docenten-hou-toch-op-dag, takke-wekker-hou-je-kop-dag
4. Begin je gedichtje de titel: de dag/ maand waarover je dicht
5. Vergeet niet een mooi einde te bedenken, bijvoorbeeld een actie/ conclusie/wens
(voorbeeld) 6 lesuurtjes zwoegen (voorbeeld) De eerste van de hele schoolweek
Even-tanden-op-elkaar-dag De kop-is-er-af-dag