Symbolen - pictogrammen

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1,2

Wassymbolen en schoonmaakpictogrammen

Wat denk je?

Ken je de meeste symbolen en pictogrammen?

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje
4. Weet ik niet

Sleep de onderdelen in de juiste volgorde zodat je de was juist kunt uitvoeren:

stap 1

stap 2

stap 3

stap 4

stap 5

stap 6

Was sorteren

Was ophangen

Wassen

Was controleren

Was strijken

Was opvouwen

Wat staat er vaak op het kledingetiket?

1. Maat, merk, wasvoorschrift, grondstoffen
2. wasvoorschrift, de naam en plaats van de winkel.
3. katoen, hoe je het moet wassen, het merk
4. symbolen

Wat betekenen de wassymbolen?

Bleken

Chemisch reinigen

Strijken

Droger

Wassen

Wat betekent het volgende symbool?

1. 40 graden normaal wasprogramma
2. 40 graden anti-kreukprogramma
3. 40 graden fijne was
4. 40 graden wol-wasprogramma

Wat betekenen deze was-symbolen?

1. 1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = heet strijken 3 = niet bleken 4 = stomen mag 5 = mag in de droger
2. 1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = warm strijken 3 = bleken mag 4 = niet stomen 5 = mag in de droger
3. 1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = lauw strijken 3 = bleken mag 4 = niet stomen 5 = mag niet in de droger
4. 1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = warm strijken 3 = niet bleken 4 = stomen mag 5 = mag niet in de droger

Wat geven de puntjes in de strijkbouten bij de symbolen aan?

1. temperatuur
2. snelheid
3. voor welke stof het geschikt is

Wat betekent dit symbool?

1. niet strijken
2. lauw strijken
3. koud strijken
4. heet strijken

Gevaarsymbolen

Op schoonmaakmiddelen staan symbolen op de etiketten.

Voor een veilig gebruik van schoonmaakmiddelen is het belangrijk dat je weet wat de symbolen betekenen en dat je de informatie op de etiketten leest en toepast. 

Dit symbool op een schoonmaakmiddel betekent:

1. bijtend
2. irriterend
3. explosief
4. licht ontvlambaar

Op een schoonmaakmiddel staat dit gevarensymbool.
Welke maatregel neem je?
( 2 juiste antwoorden)

1. Je draagt handschoenen.
2. Je houdt je aan de dosering.
3. Je draagt een mondkapje

Moet ik de symbolen nog goed oefenen?

Ja

Nee

Een beetje

Goed gedaan!

Opdracht: Zie werkblad (schrijf op welke was symbolen op verschillende kledingstukken staan)