H7.4 Trapezium en vlieger

H7.4 Trapezium en vlieger
Woensdag 9 juni
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

H7.4 Trapezium en vlieger
Woensdag 9 juni

Slide 1 - Slide

Noem zoveel mogelijk eigenschappen van een
parallelogram
timer
1:00

Slide 2 - Open question

Noem zoveel mogelijk
eigenschappen van een ruit
timer
1:00

Slide 3 - Open question

Dit is een
A
Parallellogram
B
Ruit
C
Geen van beide

Slide 4 - Quiz

Dit is een
A
Parallellogram
B
Ruit
C
Geen van beide

Slide 5 - Quiz

Dit is een
A
Parallellogram
B
Ruit
C
Geen van beide

Slide 6 - Quiz

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan je een trapezium en een vlieger herkennen
  • Aan het einde van de les weet je wat de eigenschappen van een trapezium en vlieger zijn
  • Aan het einde van de les kan je een trapezium en vlieger tekenen 
  • Aan het einde van de les weet je wat F-hoeken zijn

Slide 7 - Slide

Planning

  • Uitleg trapezium met geogebra
  • Opgave 51 maken
  • Uitleg vlieger met geogebra
  • Uitleg F-hoeken
  • Oefenen

Slide 8 - Slide

Trapezium
  • Minstens één paar evenwijdige zijden
  • Gelijkbenig trapezium:
     één symmetrieas

Slide 9 - Slide

Wat voor figuur is dit?
A
Trapezium
B
Parallellogram
C
Ruit

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Link

Maken opgave 51

Klaar? ==> 52 en 53 (VWO: 54)
timer
6:00

Slide 12 - Slide

Vlieger

  • Minstens één diagonaal is een
    symmetrieas 
  • Diagonalen snijden elkaar loodrecht
  • Op welk figuur lijkt een vlieger?

Slide 13 - Slide

Maken opgave 52

Klaar? 53  

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wil jij met de docent nog een opgave op het bord oefenen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Oefenen (10 min):
Maken opgave 56 ==>(57, 58, 59) 60, 61

Klaar? Nakijken opgaven met online antwoordenboek.

Slide 17 - Slide

Hoe herken je een trapezium?

Slide 18 - Open question

Hoe herken je een vlieger?

Slide 19 - Open question

Wanneer kan je een z-hoek maken
A
Bij een paar evenwijdige lijnen
B
Bij een paar snijdende lijnen
C
Bij een paar kruisende lijnen
D
Bij een punt op een lijn

Slide 20 - Quiz