2.1 - Organen van dieren (1HV)

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Thema 2 - Organen en cellen

Organen en cellen

2.1 - Organen van dieren

2.2 - Organen van planten

2.3 - Weefsels

2.4 - Cellen

2.5 - De celkern

2.6 - Celdeling

Voor we beginnen

Vanaf nu meer oefenen met begrippen

Schrift mee om begrippen op te schrijven per paragraaf!

Begrippen - dikgedrukte woorden in het boek

Kennen voor de toets: betekenis en begrip

2.1 - Organen van dieren

Doelen van deze paragraaf

Je kan organen benoemen in een torso en een doorsnede van de romp

Je kunt organen van orgaanstelsels benoemen in lichamen van mensen en dieren

Organen

Orgaan: Deel van het lichaam met een bepaalde taak of functie

Voorbeelden?

Orgaanstelsels

Sommige organen werken samen

Slokdarm, maag en darmen werken samen -> verteringsstelsel

Veel orgaanstelsels in het lichaam

Organen van andere dieren

Zoogdieren vaak dezelfde organen als mensen, liggen op dezelfde plaats

Andere soorten dieren hebben sommige andere organen

Vragen?

Waar of niet waar?

Een organisme is alles wat leeft

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een orgaan?

1. Een deel van een organisme met een of meer functies.
2. Een groep van samenwerkende organen die gezamenlijk een bepaalde functie hebben.
3. De bouwstenen van een organisme.
4. Een groep cellen van hetzelfde type.

Welk orgaan hoort NIET bij het ademhalingsstelsel?

1. hart
2. neusholte
3. longen
4. slokdarm

Is dit een orgaan?

1. Ja
2. Nee!

Is dit een orgaan?

1. Ja
2. Nee

Wat is een orgaanstelsel?

1. Een orgaan wat in de buikholte ligt
2. Een groep organen
3. Een groep weefsels die samenwerken
4. Een groep organen die samenwerken

Wat is een voorbeeld van een orgaanstelsel?

1. Darmen
2. Longen
3. Skelet
4. Ruggenmerg

Heeft een kip organen? En heeft een worm organen?

1. Alleen een kip heeft organen
2. Alleen een worm heeft organen
3. Een kip en een worm hebben allebei organen
4. Geen van beide hebben organen

Aan het werk

Maken: 2.1, opdracht 1, 2, 3 ,5 en 6