HERHALING 6.1 T/M 6.4

Herhaling 6.1 t/m 6.4
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling 6.1 t/m 6.4

Slide 1 - Slide

Vlaardingen
Amsterdam
Utrecht
Winterswijk
Maasstricht

Slide 2 - Drag question

Hoeveel inwoners heeft Vlaardingen?
A
12.000
B
27.000
C
72.000
D
102.000

Slide 3 - Quiz

Minder dan 10.000 bewoners
Meer dan 10.000 bewoners
Veel voorzieningen
Weinig voorzieningen
Schiedam
Vlaardingen

Slide 4 - Drag question

Den Haag is een stad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Schiedam is een stad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Maasland is een stad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Vlaardingen is een stad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Veel mensen dicht op elkaar
Veel ruimte
Weilanden
Akkers
Vooral in het westen
Randstad
Veel mensen op elkaar
Weinig voorzieningen
Vooral in het oosten

Slide 9 - Drag question

Wat is verstedelijking?

Slide 10 - Open question

In een landelijk gebied wonen veel mensen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

In een stedelijk gebied zijn veel voorzieningen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Tot 3000 v.C.
3000 v.C. tot 500 n.C.
500 - 1000 n.C.
1000 - 1500 n.C..
Tijd van jagers en boeren
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Monniken en ridders
Tijd van Steden en Staten
Middeleeuwen
Prehistorie
Oudheid

Slide 13 - Drag question

Noem uitvindingen waardoor de boeren betere oogsten kregen rond het jaar 1000 n. C.

Slide 14 - Open question

Hoe konden ambachten ontstaan?

Slide 15 - Open question

Noem twee voorbeelden van ambachten.

Slide 16 - Open question

Waarom reisden de handelaren vaak samen?

Slide 17 - Open question

Wat is een Hanze?

Slide 18 - Open question

In welke Duitse stad wordt in 1356 het Hanzeverbond officieel opgericht ?
A
Lübeck
B
Munchen
C
Hamburg
D
Zwolle

Slide 19 - Quiz

Alle Nederlandse Hanzesteden liggen langs een rivier, wat van belang is voor de schepen die af en aan varen met handelswaar. Aan welke rivier liggen de steden?
A
De Rijn
B
De IJssel
C
De Maas

Slide 20 - Quiz

Het samenwerkingsverband De Hanze zorgt ervoor dat de aangesloten steden samen sterker zijn tegen piraten. Ook kunnen ze elkaar helpen bij stormen en schipbreuk. Wat is nog meer een voordeel van deze samenwerking?
A
Ze maken zelf prijsafspraken
B
Ze hoeven geen tol te betalen

Slide 21 - Quiz

Hoe heten de schepen waarmee handel gedreven wordt tussen de Hanzesteden?
A
Kog
B
Zeilboot
C
Vikingschip

Slide 22 - Quiz

Waarom komt er in het begin van de 16e eeuw een einde aan de Hanze?
A
Gaat failliet
B
De Zuiderzee wordt drooggelegd
C
Er wordt meer over de zee gehandeld

Slide 23 - Quiz

Tijd van Steden en staten duurde van...
A
500 - 1000
B
1000 - 1500
C
1500 - 1600
D
1600-1700

Slide 24 - Quiz

Ambachtslieden
Hanze
Tijd van steden en staten
Markt
mensen die producten maken met hun handen en gereedschap
Duurde van 1000 tot 1500
een groep samenwerkende handelaren
plek waar mensen producten kopen en verkopen

Slide 25 - Drag question

Inwoners van een stad noemen we...
A
Boeren
B
Ambachten
C
Burgers
D
Edelen

Slide 26 - Quiz

In het midden van een stad, stond vaak een...

Slide 27 - Open question

Waarom was er slechte hygiëne in de steden?

Slide 28 - Open question

Waarom hadden boeren en ambachten elkaar nodig?

Slide 29 - Open question

Welke drie rechten kreeg een stad van de edelman?

Slide 30 - Open question

Wat betekent 'centralisatie'?

Slide 31 - Open question

Een gebied onder een centraal bestuur, noemen we een
A
Stad
B
Staat
C
Land
D
Republiek

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

VINEX wijken zijn...
A
Vaak in de binnenstad
B
Nieuwbouw
C
Industrie
D
Vaak hoogbouw

Slide 34 - Quiz

Flats zijn vaak gemaakt in...
A
1940 - 1950
B
1950 - 1960
C
1960 - 1970
D
1970-1980

Slide 35 - Quiz

De vier grootste steden uit de Randstand zijn....

Slide 36 - Open question

Amsterdam
Groene Hart
Rotterdam
Den Haag
Utrecht

Slide 37 - Drag question

Wat is het verschil tussen dichtbevolkt en dunbevolkt?

Slide 38 - Open question

Wat zijn forensen?

Slide 39 - Open question

Einde herhalingsopdrachten

Slide 40 - Slide