§5.6 De eurozone

Hoofdstuk 5.6
de eurozone
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 5.6
de eurozone

Slide 1 - Slide

Leerdoelen   
  • je kunt de voor- en nadelen van de eurozone benoemen.

  •  je kunt uitleggen wat de invloed van de euro is op de economie van de EMU-landen.
5.6: de eurozone

Slide 2 - Slide

EMU (Europese Monetaire Unie)
  • Landen die deelnemen aan de EMU vormen de eurozone
Gezamenlijke munteenheid de Euro!!

  • ECB (Europese Centrale Bank) is de centrale bank van landen met de Euro
5.6: de eurozone

Slide 3 - Slide

Wat zijn voordelen van een gezamenlijke munteenheid?

Slide 4 - Open question

5.6: de eurozone

Slide 5 - Slide

De Europese Centrale Bank (ECB):
  • Bewaakt de waarde van de euro
  • Kan de inflatie bestrijden door de rente te verhogen
  • Zorgt voor voldoende bankbiljetten in omloop
  • Houdt toezicht op de Europese banken samen met alle centralen baken van de EU 



5.6: de eurozone

Slide 6 - Slide

De Europese Centrale Bank (ECB):
  • Bewaakt de waarde van de euro
  • Kan de inflatie bestrijden door de rente te verhogen
  • Zorgt voor voldoende bankbiljetten in omloop
  • Houdt toezicht op de Europese banken samen met alle nationale centralen baken van de EU 



5.6: de eurozone

Slide 7 - Slide

Nationale centrale banken

Ieder van de 27 lidstaten heeft een eigen nationale centrale bank. 

De NCB van Nederland is: De Nederlandsche Bank (DNB) 
5.6: de eurozone

Slide 8 - Slide

Wisselkoersen

Euro's, Dollars, ponden en andere valuta stijgen en dalen dagelijks in waarde. Dit geeft risico's voor de handel. 
5.6: de eurozone

Slide 9 - Slide

Door een stijging van de waarde van vreemde valuta ten opzichte van de euro:
  • Stijgen de importprijzen (ook voor grondstoffen)
  • Deze prijsverhoging wordt doorgerekend aan de consument. 
  • Producten worden dus duurder.  Dan stijgt hier ook de inflatie.
5.6: de eurozone

Slide 10 - Slide

Als de euro een lage waarde heeft en dus goedkoop is:
  • Gaat de import omlaag
  • Stijgt de export
  • Stijgt de werkgelegenheid
5.6: de eurozone

Slide 11 - Slide

Als de euro een hoge waarde heeft en dus duur is:
  • Stijgt import (in het buitenland met vreemde valuta zijn producten goedkoper)
  • Daalt de werkgelegenheid
5.6: de eurozone

Slide 12 - Slide

Binnen de eurolanden heb je geen last als handelaar van een stijging van de waarde van vreemde valuta. 

Je gebruikt immers allemaal de euro! 
5.6: de eurozone

Slide 13 - Slide

Maken de toepassingsvragen par 5.6
5.6: de eurozone

Slide 14 - Slide