PES les

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Zorgplan

Wat gaan we doen vandaag?

Oefenen met het formuleren van de PES en het stellen van een SMART doel.

Leerdoelen van de les

• Je benoemt de stappen van het verpleegkundige proces. 

• Je past aan de hand van een casus vanuit de rol van zorgverlener de eerste stappen van het verpleegkundig redeneren toe 

• Je verzamelt en registreert de gezondheidsproblemen van de zorgvrager aan de hand van casuïstiek. 

• Je kan een verpleegprobleem formuleren en formuleert deze volgens de PES structuur. Je laat zien dat je onderscheid kan maken tussen probleem, oorzaak en symptomen. 

- Je kan een verpleegdoel formuleren aan de hand van je verpleegprobleem.

In welke fase van het verpleegkundig proces hou je je bezig met het maken van een PES?

1. gegevens verzamelen
2. Vaststellen van de voorlopige zorgbehoefte
3. bepalen van doelen
4. plannen van zorgactiviteiten

Waar staan de letters PES voor in de PES?

Waar staat de letters SMART voor?

PES

P: Probleem. Naam van het desbetreffende gezondheidsprobleem

E: Etiologie. Oorzaak van het probleem of samenhangende oorzaak. 

S: Symptomen. Kenmerken en verschijnselen

PES

Ezelsbruggetje voor het formuleren van de PES: ​

P → de zorgvrager is niet meer in staat...​

E → als gevolg van...​

S → wat zich uit in / wat blijkt uit...​

Oefening 1

​

Mevrouw de Boer is bij jou op de afdeling opgenomen. Ze zegt dat ze de laatste drie dagen heel slecht slaapt omdat het zo lawaaierig is op de gang. ​

Ze geeft aan dat ze door haar slaapgebrek erg veel overdag slaapt en erg prikkelbaar is.

Wat is het probleem?

Wat is de oorzaak?
(etymologie)

Wat zijn de klachten?
(signs and symptoms)

Formuleer een SMART verpleegdoel bij de casus.

Formuleer onderstaand zorgprobleem volgens de PES

Mw. de Bruin verliest gewicht. Zij heeft een Gastro-enteritis (buikgriep) doorgemaakt en is nog steeds af en toe misselijk en ook heeft zij geen eetlust.

PES

Probleem :mw. de Bruin valt af

Etiologie : mw. de Bruin heeft een flinke buikgriep doorgemaakt, ze heeft een week nauwelijks gegeten

Symptoom : mw. is misselijk, heeft weinig eetlust

Opdracht:

Optie 1: herhaling uitleg PES maken en gezamenlijk een PES uitwerken met een smart doel

of

Optie 2: zelfstandig aan de slag met het uitwerken van een PES uit de casus en het formuleren van een SMART doel.

De casus

Meneer De Jong (87) heeft COPD en zit in een rolstoel omdat hij te weinig energie heeft om te lopen. Op zijn stuit heeft meneer een rode plek. Meneer gebruikt zuurstof. Meneer rookt dagelijks één sigaret. Meneer heeft beginnende dementie en hij vergeet af en toe de zuurstof af te koppelen als hij gaat roken. De huisarts constateerde dat meneer ondervoed is. Meneer is nu opgenomen in het verpleeghuis

Maak een keuze uit optie 1 of 2 

We komen weer bij elkaar voor het nabespreken.

30 minuten de tijd!

Terug koppeling uitwerking:

Hoe is het gegaan? 

Terugblik naar leerdoelen:

• Je benoemt de stappen van het verpleegkundige proces. 

• Je past aan de hand van een casus vanuit de rol van zorgverlener de eerste stappen van het verpleegkundig redeneren toe.

• Je verzamelt en registreert de gezondheidsproblemen van de zorgvrager aan de hand van casuïstiek. 

• Je ordent de gezondheidsproblemen volgens de gezondheidspatronen van Gordon. 

• Je kan een verpleegprobleem formuleren en formuleert deze volgens de PES structuur. Je laat zien dat je onderscheid kan maken tussen probleem, oorzaak en symptomen. 

Ik kan de stappen van het verpleegkundige proces benoemen

1. Ja
2. Nee

Ik kan aan de hand van een casus vanuit de rol van zorgverlener de eerste stappen van het verpleegkundig redeneren toepassen

1. ja
2. nee

Ik kan gegevens verzamelen en registreren mbt de gezondheidsproblemen van de zorgvrager aan de hand van casuïstiek.

1. ja
2. nee

Ik kan een verpleegprobleem formuleren volgens de PES structuur. Ik kan onderscheid maken tussen probleem, oorzaak en symptomen.

1. ja
2. nee

Ik ben in staat om een SMART verpleegdoel te formuleren.

1. ja
2. nee

Ik ben in staat om een SMART verpleegdoel te formuleren.

1. ja
2. nee

Vragen?