Unit 2: Creativity

Unit 2 
Creativity
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Unit 2 
Creativity

Slide 1 - Slide

Present simple: signaalwoorden
always, never, often, usually, regularly, sometimes, hardly ever
Het is belangrijk wanneer het gebeurd is
verb / verb + s (she/he/it) 

Slide 2 - Slide

Present perfect: signaalwoorden
FIJNE YAS

For, In, Just, Never, Ever
Yet, Already (Always), Since

have/has + voltooid deelwoord (3de rijtje)

Slide 3 - Slide

Present continuous: signaalwoorden
(right) now, at the moment, listen, look
Het is nu gaande
am/is/are + verb + ing 

Slide 4 - Slide

She ... (walk) to school every day.

Slide 5 - Open question

She ... (walk) to school ever since.

Slide 6 - Open question

She ... (walk) to school right now.

Slide 7 - Open question

Gerund 

Slide 8 - Slide

Een gerund is het hele werkwoord + ing dat als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt. Je gebruikt de gerund:

    als onderwerp van een zin.



Bedenk een ander voorbeeld waarbij je de gerund als onderwerp in een zin gebruikt.

Na werkwoorden als: love, hate, start, etc
Na voorzetsels als: of, in, at, etc
Na uitdrukkingen: look forward to, no use, worth, etc
Smoking is bad for your health.
Roken in slecht voor je gezondheid.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Moeten
Op volgorde van sterk tort minst sterk:
must  (moet, eigen verplichting)
have to (van buiten opgelegd)
ought to (zou moeten, formeel)
should (zou moeten, informeel)


Slide 11 - Slide