H3SpellinGOTH4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Beknopte bijzin

Vorige les

Spelling

Samengestelde woorden

Werkwoordspelling

Doelen

1. Ik heb nog extra geoefend met werkwoordspelling. 

2. Ik weet het verschil tussen de bedrijvende vorm en de lijdende vorm. 

3. Ik weet wat een pleonasme en tautologie zijn. 

werkwoordspelling

1. Hij onthoud.
2. Hij onthoudt.

Werkwoordspelling

1. Het hout is opgebrandt.
2. Het hout is opgebrand.

werkwoordspelling

1. hij heeft de boel belazerd
2. hij heeft de boel belazert

Menig leerling [                      ] zich de strijd met de vermaledijde d’s en t’s. Je moet er goed op letten dat de laatste letter, afhankelijk van de vorm en tijd van het werkwoord, soms [                      ]. Het is dan ook niet voor niets dat de werkwoordspelling jaarlijks wordt 

[                       ]. Een foutje is ook na jarenlange training, nauwgezette oefening en gerichte uitleg zo [                       ]. Hoewel er enkele lastige regels toegepast dienen te worden, moet je er wel op blijven letten dat iedere letter de juiste uitgang krijgt die het heeft

 [                       ].

Zorg ervoor dat je alle regels nog een keer zorgvuldig [                       ]. De werkwoordspelling is echt nooit [                       ], maar bij het schrijven heb je het stappenplan gewoon niet voldoende 

[                       ]. Het [                       ]vast nog wel eens dat je een slordigheidsfoutje maakt, maar je tekst krijgt de zorg die het 

[                       ].

herinnert

herinnerd

verandert

veranderd

herhaalt

herhaald

gebeurt

gebeurd

verdient

verdiend

Stijlfiguren

Pleonasme

Je gebruikt een woord waarvan de betekenis al aanwezig is in een ander woord in de zin. 

Witte sneeuw

Groen gras

Tautologie

Je gebruik twee verschillende woorden die hetzelfde betekenen. 

blij en verheugd

netjes en verzorgd

De aanwezige bezoekers hieven het glas.

Naast bloemen kreeg ik bovendien een boekenbon.

Lees goede boeken zoals bijvoorbeeld 'Confettiregen'.

Lijdende en bedrijvende vorm

Welke zin staat in de bedrijvende vorm?

1. Eet je boterham op.
2. De auto werd al snel verkocht.

Lijdende of bedrijvende vorm?
'De hovenier verzorgde het grasveld goed.'

1. Bedrijvende vorm
2. Lijdende vorm

Lijdende of bedrijvende vorm?
Deze grap werd me gisteren ook al geappt!

1. lijdende vorm
2. bedrijvende vorm

Wat is het verschil tussen de lijdende en de bedrijvende vorm?

1. lijdend = passief bedrijvend = actief
2. er is geen verschil
3. lijdend = actief bedrijvend = passief

Boekopdracht

Doelen

1. Ik weet het verschil tussen de bedrijvende vorm en de lijdende vorm. 

2. Ik weet wat een pleonasme en tautologie zijn. 

Huiswerk

VAKANTIE

Woordle

BeterSpellen