Zelfbeeld

1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
Gaan we het hebben over ons 'zelfbeeld'.

Aan het einde van de les:
  • - Weet ik hoe ik over mezelf denk (en hoe ik hiermee om kan gaan);
  • - Kan ik (mezelf) een compliment geven;
  • - Ga ik met een positief gevoel naar de volgende les.

Slide 2 - Slide

Zelfbeeld
  • Wat is dat eigenlijk?
  • Klopt een 'zelfbeeld' altijd?  

Slide 3 - Slide

Complimenten
  • Geef je buurman/-vrouw een compliment. 
  • Schrijf het compliment dat jij krijgt op.

Slide 4 - Slide

Complimenten
  • Hoe makkelijk/moeilijk was dit? 
  • Schrijf op hoe je je voelt over jezelf. (Trots, blij, etc)

Slide 5 - Slide

Complimenten
  • Schrijf nu een compliment aan jezelf.

Slide 6 - Slide

Complimenten
  • Hoe makkelijk/moeilijk was dit? 
  • Schrijf op hoe je je voelt over jezelf. (Trots, gefrustreerd,etc) 

Slide 7 - Slide

Mijn zelfbeeld
  • Voorbeeld: 
A: Je maakt een tekening, er is iets buiten de lijntjes gekleurd en er staat een soort hond op papier. Je verfrommelt de tekening en zucht. 'Ik kan echt niet tekenen!'
B: Je maakt een tekening, er is iets buiten de lijntjes gekleurd en er staat een soort hond op papier. Je kijkt nog eens van een afstandje en bent trots. 'Ik kan zien dat dit een hond is!'

  • Schrijf op of jij een positief of negatief zelfbeeld hebt. 
  • Er is geen fout antwoord!

Slide 8 - Slide

Positief/Negatief
  • Waar focus je op als je 'positief' denkt?
  • Waar focus je op als je 'negatief' denkt?


Slide 9 - Slide

Negatief naar positief
  • Bij negatief focus je op het resultaat;
  • Bij positief focus je op het proces.

  • Mayla heeft een 5.4 gehaald voor Engels. Normaal haalt ze een 4. Ze heeft heel hard geleerd, maar het is weer nét niet gelukt. Ze is teleurgesteld. 
  • Wat zou jij tegen Mayla zeggen?  

Slide 10 - Slide

Dit kan ik 
  • Kies een recente gebeurtenis waar je je positief of juist negatief bij voelt. 
  • Denk terug aan het 'proces' en zoek 1 ding dat goed ging. Schrijf dit op in complimentvorm. 

  • Bijvoorbeeld: Ik kan heel hard leren, daar ben ik goed in.  

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide