Oefentoets mm hoofdstuk 1

Oefentoets mm hoofdstuk 1
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefentoets mm hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

Arm en rijk

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen?
Per cursus 4 leerdoelen.
Kun je alle leerdoelen beantwoorden?

Slide 3 - Slide

De tijd van jagers en boeren noemen we?

Slide 4 - Open question

De tijd van jagers en boeren duurt tot?

Slide 5 - Open question

Jagers en verzamelaars kwamen aan voedsel doordat.......
A
de mannen eetbare planten verzamelden
B
de mannen en vrouwen samen gingen jagen
C
de vrouwen noten en bessen verzamelden
D
de vrouwen en kinderen gingen vissen

Slide 6 - Quiz

Hoe wordt het genoemd als mensen zelf zorgen voor alles wat nodig is om te leven?

Slide 7 - Open question

Pijlpunten werden door jagers-verzamelaars gemaakt van?
A
botten
B
darmen
C
leer
D
takken

Slide 8 - Quiz

De eerste mensen die leefden van jacht en verzamelen maakten ook werktuigen van hout, steen en bot. Het belangrijkste gevolg hiervan is, dat.......
A
er grottekeningen werden gemaakt
B
er snel vuur gemaakt kon worden
C
ze in grote groepen bij elkaar gingen wonen
D
ze onafhankelijk van anderen werden

Slide 9 - Quiz

De samenleving van jager-verzamelaars is een samenleving waarin mensen als............. leven van jagen en voedsel verzamelen

Slide 10 - Open question

De meeste kennis over de manier waarop de eerste mensen leefden, komt van archeologen. Op welke twee manieren onderzoekt een archeoloog deze tijd
A
bestuderen en grotschilderingen
B
kijken naar groepen in onze tijd
C
naspelen van het verleden
D
onderzoeken van stenen en pijlpunten

Slide 11 - Quiz

Noteer het juiste begrip:
Plantaardig voedsel verbouwen, bijvoorbeeld graan of aardappels

Slide 12 - Open question

Noteer het juiste begrip:
Fokken en houden van tamme dieren

Slide 13 - Open question

Vul het juiste antwoord in:
Een revolutie is een ............

Slide 14 - Open question

Maak de zin af:
In een landbouwsamenleving.........
A
delen alle mensen hun bezit
B
hebben de mensen schapen
C
verzamelen mensen hun voedsel
D
wonen mensen in hutjes

Slide 15 - Quiz

Noteer het juiste begrip:
Als je anderen kunt laten doen wat je wilt..........

Slide 16 - Open question

Welk kenmerk hoort bij de landbouwsamenleving?
A
bewoners bezitten aardewerken potten
B
bewoners delen hun bezittingen met elkaar
C
bewoners gaan iedere week samen op jacht
D
bewoners trekken in kleine groepen rond

Slide 17 - Quiz

Welke 2 zinnen zijn juist bij de landbouwsamenleving?
A
De boeren begroeven hun doden in een hunebed
B
hunebedden zijn de jongste bouwwerken in Nederland
C
Rond 3400 v C werden hunebedden in Drenthe gebouwd
D
Met een groep van 10 mensen werd een hunebed gebouwd

Slide 18 - Quiz

Wat zijn de 2 juiste antwoorden?
Wat zijn basisbehoeften?
A
fiets
B
kleding
C
sport
D
voeding

Slide 19 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een basisbehoefte?
A
dagelijks een reep chocolade eten
B
games spelen op de tablet
C
naar de tandarts gaan bij kiespijn
D
verre reis maken naar Amerika

Slide 20 - Quiz

juiste begrip:
Een wijk waarin de bewoners hun huizen met eenvoudige materialen zelf gebouwd hebben

Slide 21 - Open question

juiste begrip:
Deel vd economie waarin mensen geen vaste baan hebben en hun geld verdienen door los-vaste baantjes

Slide 22 - Open question

Welke 2 omschrijvingen horen bij een rijk land?
A
Vanja kijkt naar zijn favoriete Netflix-serie op tv
B
Cas gaat elke dag met zijn auto naar zijn werk in de stad
C
Kacey heeft 2 uur per dag water uit de kraan
D
Dax loopt iedere dag 10 km over het strand terwijl hij fruit verkoopt

Slide 23 - Quiz

Noteer de juiste omschrijving van welzijn

Slide 24 - Open question

Wat hoort bij welvaart
A
alfabetiseringsgraad
B
koopkracht
C
levensverwachting

Slide 25 - Quiz

Wat zijn de 2 juiste antwoorden?
A
De koopkracht is in alle landen vd wereld anders
B
De verdeling vd welvaart wordt bepaald door het bnp/hoofd
C
Het bnp/hoofd laat het gemiddelde inkomen van een land zien
D
In landen met een hoge welvaart werken mensen in de scharreleconomie

Slide 26 - Quiz

Wat is het juiste antwoord?
Wat hoort bij landen in ontwikkeling?
A
computers in de klas
B
goedkope medicijnen
C
iedere dag rijst eten
D
schoon drinkwater

Slide 27 - Quiz

Welke mensen horen tot de beroepsbevolking?

Slide 28 - Open question

Wat is juist?
sociale ongelijkheid is de ongelijkheid tussen rijke en arme gebieden/mensen
A
gebieden
B
mensen

Slide 29 - Quiz

Maak de zin af:
In ontwikkelingslanden.........
A
werken veel mensen in de diensten
B
werken veel mensen in de landbouw
C
zijn inwoners van het platteland rijker dan de mensen in de stad
D
zijn de inwoners in de stad rijker dan de mensen op het platteland

Slide 30 - Quiz

Wat kun je zeggen over het onderwijs in ontwikkelingslanden?

Slide 31 - Open question

Alle mensen die werken of kunnen werken noemen we beroepsbevolking. Mensen werken in welke 3 sectoren?

Slide 32 - Open question


Welke provincie is : IX ?  en III?  en VI?
Welke stad is 18?  en 4? en 17?

Slide 33 - Open question

Succes nog met leren!!!

Slide 34 - Slide